- 47 - manuscripten met het oog op betere tijden. Uitgeverij Contact startte een serie, De Onsterfelijken genaamd. Zij gaven veel schrijvers opdracht om een boek voor de serie te vertalen. Ik vertaalde twee boeken, Treasure Island van Stephenson en A Tale of Two Cities van Dickens. Na de oorlog verscheen de serie in zijn geheel. Toen ik met de vertaling van A Tale of Two Cities begon zat ik ondergedoken in Het Gooi. Ik had geen exemplaar van het boek, maar durfde niet naar de bibliotheek te gaan omdat ik daar mijn naam zou moeten opgeven. Ik ben toen met het trammetje naar de Open Bibliotheek in Laren gegaan. Daar heb ik het boek uit de kast gehaald, het in mijn zak gestoken en ben toen gewoon naar buiten gewandeld. Toen de vertaling af was heb ik het boek, met een boek van mijzelf, ingepakt en met een briefje met ver ontschuldigingen erbij teruggestuurd naar Laren." "A Tale of Two Cities heb ik met veel plezier vertaald. Ik vond de Franse Revolutie een interessant onderwerp, maar wilde niet speciaal om die reden dit boek vertalen, leder ander boek van Dickens was ook goed geweest. Dickens was door zijn journalistieke werk al op de misstanden en misère van het 19e eeuwse Engeland gedrukt. Hij zag in dat verandering alleen mogelijk was op een revolutionaire manier. Aanvankelijk stond hij aan de kant van de linkse "Liberals", maar later neigde hij toch naar de andere kant, omdat hij bang was voor de mogelijke gevolgen van een revolutie. In plaats van een figuur met historische consequenties neer te zetten, koos Dickens in A Tale of Two Cities uiteindelijk toch voor het sentiment. De figuur van Sidney Carton verlegde de aandacht van de doelstellingen van de Franse Revolutie naar de gevoelens en ideeën van een individuele persoon. Op die manier werden de lezers gegrepen door het verhaal". "Ik kan die werkwijze heel goed navoelen, hoewel er een erg tweeslachtige houding uit blijkt. Natuurlijk heeft Dickens toch sterk bijgedragen aan het onthullen van de misstanden van de Law-and-Order-maatschappij. Hij durfde die misstanden te beschrijven en kón dat ook. Hij was een van de eersten die het grote publiek de ogen opende. Hij deinsde wel terug voor de revolutionaire consequenties, maar niet voor het neerschrijven ervan." "Ondanks dat Dickens in zijn eerdere werken leuk en vrolijk schreef en met zijn levendige fantasie de meest mallotige situaties verzon, gaat mij voorkeur toch uit naar zijn latere werk. Dickens' aanvankelijk optimistische kijk op het leven wordt naarmate hij ouder wordt steeds grimmiger. Je merkt duidelijk hoe hij worstelt met de realiteit van de Britse maatschappij, die maar niet verandert. Deze sombere realiteit kon hij echter niet beschrijven en dus zocht hij daar een andere vorm voor; middels pakkende situaties en originele persoonlijkheden wist hij de mensen zo te boeien, dat ze de sociale boodschap tegelijkertijd indronken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1988 | | pagina 53