scene wordt Rachel door Jingle geschaakt. Na de pauze is het toneel verplaatst naar The White Horse, waar Alfred Jingle ontmaskerd wordt. In het laatste bedrijf komt het proces Pickwick contra Bardell aan de orde. Barbarossa's oordeel in de Telegraaf is mild. Maar hij merkt ook op: 'Eén is er, die ik zo van het toneel had kunnen slepen. Dat is Adolf Bouwmeester als Sam Weller. Wie het boek gelezen heeft, kent hem als een frisse, spontane, levenslustige jonge kerel, handig en gevat. En wat zien we. Een derderangs clowntje, onguur en aanstellerig, opdringerig en zich zelf woest grappig vindend. En is het dan niet begrijpelijk, dat je met enige wrevel in je gevoelige hart de schouwburg verlaat, ook al is het stuk met zorg uitgedost en de lach, de argeloze Pickwick-lach, niet van de lucht.' Onder de titel De Pickwick-Club komt het stuk 28 jaar later nog eens op de planken. Het Residentie Toneel speelt het onder regie van Johan de Meester. Hij bewerkt het boek in acht taferelen en twee intermezzi. De 27 spelers nemen 41 rollen voor hun rekening. De acteur Adolphe Engers speelt Pickwick en de jonge acteur Paul Steenbergen neemt de rol van Sam Weller op zich. Beide deden dat zeer goed, zo weten Joekie Broedelet en Enny Meunier nu nog te vertellen. De beide actrices, die respectievelijk Mrs. Wardle en Emily speelden, herinneren zich desgevraagd echter weinig van het stuk. Beiden hadden zich, naar ze opmerken, niet zo in het stuk verdiept. Er werden, volgens beide actrices, in die tijd zoveel stukken uit het Frans en Engels vertaald. Ook Johan de Meester had geen speciale band met Dickens, zegt Joekie Broedelet, die en passant meedeelt vroeger Dickens te hebben verslonden. Johan de Meester's bewerking heeft ongeveer hetzelfde verloop als die van Chrispijn uit 1911. Maar bij De Meester eindigt het stuk met de Kerstscene op Manor Farm. Pickwick houdt zijn speech die De Meester vermengd heeft met het slot van Dickens' beschouwingen: 'Donkere schaduwen drijven over onze aarde - maar daardoor wordt het licht ook sterker, door het contrast. Sommige mensen hebben, net als vleermuizen of uilen, betere ogen voor de duisternis dan voor het licht. Ik ben zo niet. De nachten zijn al lang genoeg in de winter. Daarom drink ik op de korte uren van stralende zonneschijn, die het leven ons allen biedt.' Scrooge en Marley Van de populairdere romans van Dickens die voor toneel zijn bewerkt, is A Christmas Carol nog ongenoemd gebleven. Toch is het juist dit verhaal dat nog jaarlijks in Neder land rond de Kerstdagen wordt opgevoerd. De premiere van de Nederlandse Scrooge en Marley is met Kerstmis 1925, in het Theater Odeon in Amsterdam. De bewerking is van D.Rawde en de regie wordt gevoerd door Louis Chrispijn jr. Eduard Veterman is verantwoordelijk voor de costuumverzorging. De naam van Veterman is onverbrekelijk verbonden met de uitvoeringen van Scrooge en Marley in de daaropvolgende twintig jaar. Zijn bewerking van het stuk in 12 taferelen wordt door verschillende gezelschappen worden gespeeld. Zo vindt in 1927 een opvoering plaats in het Rika Hopper Theater. Veterman's bewerking ontlokt bij de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1989 | | pagina 40