FROM WHOM WE HAVE
GREAT EXPECTATIONS
Dickens, the film provides a third, fulfilling
the demands of an essentially melodramatic
story in a generally satisfying manner.'
Het is mijns inziens echter een wat
dramatisch slot: de regiseur was blijkbaar
ontevreden met het matte einde van Great
Expectationswaarin, het zij toegegeven,
weinig perspectief is voor een ingelukkig
leven van Pip en Estella wordt gegeven.
De emotionele deprivatie die Estella
heeft opgelopen bij Miss Havisham laat nu
eenmaal weinig hoop op een rooskleurige
toekomst met Pip. Het doet dan ook wel wat
'out of character' aan, als de film ons Pip
en Estella ineens dolgelukkig toont.
Zoals bekend schreef Dickens eerst een einde
waarin Pip vrijgezel blijft en hij Estella
jaren later nog eens vluchtig ontmoet. Zij is
dan gescheiden van Drummie en hertrouwd
met een dokter.
Wat ik betreur is dat de regisseur
gekozen heeft voor een 'grote' aanpak,
waarbij de rijke costumering, enscenering en
massascenes benadrukt worden. Daarbij wordt
voorbijgegaan aan Dickens' eigen
enthousiasme voor de kleine en gewone
dingen van het leven. Wat voor kleren de
mensen droegen in de tijd van Dickens'
jeugd, in wat voor huizen ze woonden, hoe
hun dagelijks leven er uitzag. Dat alles
kunnen we zien in de film van David Lean.
Maar de diepere psychologie van de kleine,
onbelangrijke mensen in hun heel eigen be
slommeringen wordt ons onthouden en
kunnen we alleen zelf gaan nalezen in
Dickens' Great Expectations.
Alain Silver James Ursini, David Lean and
his films. London 1974
- 47 -