1870 zeilden vier van elke tien schepen vanuit Liverpool de hoge zeëen op naar alle uithoeken van het wereldrijk. Empire? We built the bloody Empire!' Wio Joustra. 'Voetbal, het verbrijzelde geloof van een dode stad', de Volkskrant 29 april 1989 In Groot-Brittannië, het land dat het langst hechtte aan de traditie van lijfstraffen op scholen voert de organisatie EPOCH (End Physical Punishment of Children) een campagne om het lichamelijk straffen van kinderen onwettig te verklaren. De or ganisatie verspreidt een pamflet onder ouders met als titel 'Smacking - the Short Cut to Nowhere. In het pamflet veel goeie tips hoe je een kind leert zich te gedragen zonder het bont en blauw te slaan, zoals het belonen van goed gedrag (denk aan hond en suikerklontje). De onderwijzersbond is enthousiast. Deze zegt dat er na het afschaffen van lijfstraffen op scholen een betere sfeer is ontstaan. Maar als je het allemaal leest vraag je je toch af of de boeken van Charles Dickens in Groot-Brittan nië niet wat te populair zijn geworden.' Dag In Dag Uit. De Volkskrant 22 april 1989 'Donald Veal somt in de inleiding bij Literary Walks of Britain Webb Bower/ Michael Joseph, importeur Nilsson Lamm, f66,30) alle dichterlijke verslavingen aan het Engelse landschap op, van Hazlitt, Lamb, Walter Scott, Shelley, Keats, Emily Brontë, tot die van Charles Dickens, Wilkie Collins, George Meredith en John Masefield. Voor Dickens was lopen een remedie tegen acute slaapstoor nissen waaraan hij leed: hij stond om twee uur 's nachts op en wandelde tot het ontbijt - dertig mijl of daaromtrent. In de keuze van de (full-color-)foto's van Literary Walks of Britain lijken directeuren van de plaatselijke VW's inspraak te hebben gehad, maar de bloemlezing van poëzie en roman figuren voldoet zeer om de sporen die schrijvers en dichters achterlieten te willen volgen.' Vrij Nederland/Boekenbijlage 18 maart 1989 'Groot-Brittannië is tientallen literaire genootschappen rijk: van de reusachtige Dickens Fellowship, die zestig afdelingen telt, verspreid over de gehele wereld - ook in Nederland - tot de kleine, selecte Lewis Caroll Society, die zich voornamelijk beperkt tot het schrijven van wetenschappelijke verhandelingen van de auteur van Alice in Wonderland.' Jacqueline Wesselius. 'Literaire genoot schappen: Griezelen in de doorzonwoning'. FNV Magazine 5e jrg.nr.7 26 augustus 1989 Toen ik voor het eerst in Leiden kwam, in 1957 geloof ik, zagen de studenten er precies zo uit als in 1939'. 'Confectiepakken en een mooie das. Toen kwam die Amerikaanse kleding. Maar de kwaliteit van de studenten is in al die tijd toch hetzelfde gebleven. Ik sluit zelfs niet uit dat de studenten inmiddels slimmer in plaats van dommer zijn. Wel kun je tegenwoordig minder van ze verwachten. In 1939 wist de student dat Hamlet een toneelstuk van Shakespeare is. Dat is nu niet meer zo vanzelfsprekend. Het ligt aan het middelbaar onderwijs. Nu hebben ze allemaal Kuifje gelezen, terwijl ze vroeger Max Havelaar of David Copperfield in hun geestelijke bagage hadden.' Karei van het Reve in De Groene Amster dammer 6 december 1989 'Richard heeft een staf van zeven personen, onder wie de kleine vette Arabier Troy, de grote zwarte Eden en vooral de kleine helblonde, veertienjarige Pup die, staande op een stoel, de pannen wast. Met zijn sopranenstem zingt Pup een tekst uit psalm 51, beginnend met Have mercy upon me, have mercy upon me. Pups blik is die van een oude man en hij lijkt nog het meest op een exotisch vogeltje. Zijn vader moet Dickens geheten hebben.' Peter van Bueren over Peter Greenaway's film The Cook, the thief, his wife her lover, de Volkskrant 23 november 1989 - 69 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1989 | | pagina 75