'Ik spreek die deftige, bekakte taal niet, niet
alleen omdat ik het niet kan zonder mij te
forceren, maar ook omdat ik het niet wil. In
Martin Chuzzlewit schrijft Dickens over de
onvergetelijke huichelaar Pecksniff:
Pecksniff gebruikte dikwijls een of ander
woord dat hem een mooie klank leek te
hebben, en gaf graag een fraaie vorm aan
een zin, zonder zich veel om de betekenis te
bekommeren. Hij deed dit zo brutaal en zo
indrukwekkend, dat hij de knapste mensen
soms met zijn welsprekendheid versteld deed
staan en naar adem deed snakken." Voor mij
definieert Dickens daar heel precies waarom
ik die jacht op de mooie zin, die honger
naar fraaie woordkeus, wantrouw. Het is
alsof alle schrijvers van prachtig proza vol
raffinement in wezen allemaal Pecksniffs, dus
huichelaars zijn.'
Maarten 't Hart: Schrijven is ontucht. Over
de honger naar fraaie woordkeus. NRC
Handelsblad 24 november 1989
Het lijkt een vreemde combinatie: een
Portugese regisseur, kostuums en decors in
Anton Pieck-stijl en een plaatsje voor alle
personages en verhaallijnen die in de romans
zijn opgesloten. Zoiets als Little Dorrit: een
zes uur lange, getrouwe bewerking, Engels tot
in elke vezel.
De kleinschalige Portugese cinema lijkt daar
ver van af te staan. Maar het gegeven dat
regisseur Joao Botelho leerling is van Manuel
D'Oliveira, de aristocratische grand old man
van de Portugese film, brengt de veronder
stelde tegenpolen al dichter bij elkaar. De
wetenschap dat Portugal economisch en
sociaal dichter bij de negentiende eeuw van
Dickens staat dan de meeste andere Europese
landen mag de laatste verbazing over
Botelho's keuze wegnemen.
Tempos Dificeis is een bondige adaptatie van
Dickens' Hard Times.
Huib Stam: Portugese Dickens van eigen
zinnige Bothello. De Volkskrant 14 december
1989.