Overigens wordt niet alleen Jingles taalgebruik gefatsoeneerd, maar ook bijv. dat van de kelner in Rochester, wiens Tickets at the bar, sir' (P 84: 6 v.o.) ver taald wordt met 'Er zijn kaartjes te krijgen aan den ingang der zaal, Mijnheer' (268: 31/2). Evenzo wordt Snodgrass' uitroep 'Not for worlds!' (P 97: i.v.o.) aangevuld tot 'Voor al de wereld zal ik dat niet doen' (319: 1/2). Ook is het sociaal typerend taalgebruik van de koetsier en ander volkse types in de vertaling verdwenen. Alle personages spreken in De Gids algemeen beschaafd Nederlands, eventueel elliptisch, maar dan toch correct op het niveau van het zinsdeel. Maar bij Jingle, de geheimzinnige vreemdeling, gaat de sociale aanpassing nog wat verder dan alleen de grammatica. Ook in het soort dingen dat hij zegt, is hij wat verburgelijkt. De vertaler legt hem af en toe gemeenplaatsen of algemene uitspraken in de mond die niet bij zijn karakter passen, bijv. in de scène waarin Tupman de vreemdeling Winkles blauwe rok te leen aanbiedt. In de Engelse tekst besluit Jingle zijn reactie hierop met 'very good notion, that - very' (P 87: 5) in het Nederlands echter met een bezadigd 'beter geleend goed dan geen goed' (270: 10). Al even braaf klinkt ook 'Tong ha! - 't patrijsje van de zee' (269:10), waarmee 'Soles -- ah! -- capital fish' (P 84: 13) wordt weergegeven. Door deze vertaling wordt geen recht gedaan aan het snoeverig aspect van Jingles spreekstijl, dat mede tot uitdrukking komt in het veelvuldig gebruik van 'capital' als uiting van waardering. In dubbel opzicht wordt de bedoeling van de auteur gedwarsboomd aan het begin van de balscène, wanneer Jingle aan Tupman de sociale structuur van het gezelschap uitlegt, op zijn gewone associërende manier. Potgieter vervangt hier de wat cryptisch aandoende opeen volging 'nobs not come yet -queer place' (P 88: 14/5) door een samenhangende rede nering: 'fatsoenlijke wereld komt overal te laat - drieërlei fatsoen in alle kleine steden' (271: 30/1), Maar Jingle, en via hem Dickens, heeft het in de '"'aarop- volgende sociale indeling juisi ecifiek over de 'queer place' Rochester, die model moet staan voor de provincieplaatsen uit Dickens' jeugd. Versobering van de retoriek Jingle is niet de enige die door ver anderingen in zijn manier van spreken in de vertaling wat minder excentriek gemaakt wordt. Datzelfde lot treft ook de verteller, wanneer die zich wat onalledaags uitdrukt, wat in zijn geval neerkomt op quasi-wetenschappelijk of ambtelijk- plechtig. Deze stijl past bij het satirisch aspect van de wetenschappelijke aspiraties van de Pickwick Club. Versobering van de vertellersstijl past dan ook in het streven van de vertaler om die aspiraties te verdoezelen en komt bovendien de beknoptheid ten goede. In het verhaal van het opstootje met de koetsiers bijv. wordt plechtig gemeld: 'as the intelligence of the Pickwickians being informers was spread among them, they began to canvass with considerable vivacity the propriety of enforcing the heated pastry-vendor's proposition' (P 75: -82 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1989 | | pagina 88