Feit is, dat 'pake': Hendrikus van der
Kallen, koopman, drieënzestig jaar oud,
overleed in Leeuwarden op 10
december 1909. 'Beppe' was Hendrika
Martha de Wolf, toen vierenzestig jaar.
Of het spookverhaal direct na de
begrafenis is geschreven, of eerst een
jaartje in de jonge Rieks heeft
rondgewroet maakt niet zoveel uit. De
eerste verloochening van de belofte aan
beppe heeft plaats in Het spookslot aan
de Loire van 1936: een spiritistisch
getinte roman die laat zien hoe
hoofdinspecteur Silvère van de Süreté
Nationale, Parijs, met assistentie van de
Schaduw - inspecteur Charles Carlier -
voor de afdeling 'Psychische
Verschijnselen' en het opheffen van
bezetenheid, de misdaden van Lucien
Fayard ontrafelt, vooral op het kasteel
La Clausière aan de Loire. Daarin speelt
een 'haunted woman'13, uit de
zestiende eeuw een belangrijke rol.
HET VOORRECHT: GEESTEN EN
SPOKEN
Alsof de voorspelling van Davids baker
en aanhang hemzelf gold14, leefde
Havank de laatste jaren in overgave
aan de adelijke Anna-Maria van
Burmania, die hij kende van een portret
in de 'zaal' van Dekema State in Jelsum
bij Leeuwarden. Zij was geboren in
Wirdum op 23 augustus 1733 en
overleden in Leeuwarden op 12
november 1808. Het portret toont haar
in 1754, 'blind, blind als damast, blind
als beukeschors in het licht van de volle
maan...' vindt Harro Vance, in Caviaar
en Cocaïne. Havank beleefde naar zijn
zeggen een positief, en vooral creatief,
contact met haar, over de grens van
leven en dood. En dat beïnvloedde zijn
laatste romans: Caviaar en Cocaïne (1959)
en Menuet te middernacht (in 1964 vol
tooid door Pieter Terpstra). De lezer
vindt haar in beide terug onder de
naam Anne-Marie de Passy et de
Limouillet15. Twee schilderijen in het
laatste boek hebben trouwens
respectievelijk een gunstige en een
destructieve invloed op enkele
verhaalfiguren16.
In de tussenliggende jaren verschenen
diverse spookverhalen. In De vreemde
pelgrim17 vertelt de Schot MacOlmsen
aan drie Hollanders wat hem op een
24ste december, enkele jaren geleden,
overkomen is met de, jaarlijks op
Christmas Eve verschijnende, Old Jen
kins, een zeeman uit de zestiende
eeuw. Het titelpersonage in Elspeth
Lancroft wordt op Christmas Eve 1944
door haar vroegere vriend, hoofdinspec
teur Carlier, in haar voorvaderlijke
Abbey bij Derby verlost van de
gewelddadige spookverschijning van
een ontrouwe en daarom vermoorde
9
Marley's ghost