„After some length of time31 The Express offered Hans a job as a columnist, which was very keen for him to accept, as I saw it, it would lead to great things", schrijft Cynthia in een brief van 7 maart 1985. Haar hoop werd niet vervuld: Hans hield teveel van zijn verhaalfiguren, en uitgeverij Bruna wilde hem en zijn Schaduwromans weer terug hebben in Frankrijk. In de nu volgende boeken - zijn veertiende tot en met eenendertigste - komen we Dickens met de regelmaat van de klok tegen. In De Schaduw is terug. Een Londense episode, van 1946 begint hoofdstuk zes met: "De Londense City lag doods en uitgestorven, zo doods en uitgestorven als slechts de Londense City doods en uitgestorven kan zijn. En het lag voor de hand, dat de Schaduw aan Dickens dacht en aan Ebenezer Scrooge en aan Marley, 'die zo dood was als een draadnagel/ en rondspookte op Kerstavond; maar het was nog geen Kerstavond en dus zou de Schaduw hem wel niet tegen het lijf lopen, als spoken tenminste lijven hadden. In Threadneedle Street, vlak bij de Bank of England, kwam de Jaguar tot staan en stapte de Schaduw uit. 'Spookachtig/ zei de Schaduw tegen de dode bakstenen gezichten der huizen." Die 'draadnagel' voor 'door-nail' moet iets met de straatnaam te maken hebben. Dat verwijzingen 'uit het geheugen' vaker dan bij Copperfields geboortemaand tot vergissingen kunnen leiden, blijkt in Lijk halfstok uit 1948. Maar, we zitten dan ook weer met Monsieur Carlier, Sir Richard Aberdeen, Hans en Cynthia in Frankrijk: 11 'Wat ik zeggen wou/ zei sir Richard, 'ooit gehoord van een Tony Toddies?' 'Toddies?' De Schaduw fronste peinzend. 'Nee, al wekt de naam reminiscenties aan een pathetische figuur in David Copperfield.' Nu is Tony Toddles medewerker bij Sir Richard Aberdeens M.I.5 en 'Bestrijding Verdovende Middelen', die in verband met zijn werk optreedt als barman, o.a. in Londen, in 'een tent in Soho' en in Juan-les-Pins. Dickens' Toddles vinden we echter in Our mutual friend. De Schaduw dacht dus eigenlijk aan Traddles uit David Copperfield, en mogelijk aan het moment dat dominee Horace Crewier voor Traddles in de bres is gesprongen. De dominee wijst zijn vrouw erop, dat zij als goede Christin het offer van Sophie, hun dochter, moet brengen en haar moet afstaan aan Traddles. De jongeman zegt dan in één van zijn overgevoelige buien over die ervaring tegen Trotwood: 'Nou Copperfield, ik zat erbij met het gevoel of ik een roofvogel was, die geprobeerd had een jong uit het nest te stelen.' "32 In In Memoriam de Schaduw van 1948 blijven we op vertrouwd terrein: "Dick Carstairs lag wijdbeens in een armstoel gespreid, een eeuwige grijns op zijn jonge gezicht. Hij deed Silvère denken aan een precieus Engels luitenantje, met zijn liefdevol gekoesterd gember snorretje. Voor zijn manier van converseren was, vond Silvère, slechts één woord, een Engels 13

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1990 | | pagina 15