het portret van Anna-Maria van
Burmania op Dekema State in Jelsum
bij Leeuwarden.
17. De vreemde pelgrim, voor het eerst
gepubliceerd onder de titel Die
rondwaart in den nacht in het Londense
Vrij Nederland van 25 december 1943;
het verhaal was toen gesitueerd in
Friesland, met een zeventiende-eeuwse
zeeman, Folckert Folckerts als
spookfiguur. Later werd het verhaal,
gewijzigd, opgenomen in De schaduw
Co, 1957.
18. Elspeth Lancroft is voor het eerst
gepubliceerd in het Londense Vrij
Nederland van 23 december 1944, later
gebundeld in De Schaduw Co, 1957.
19. De nachtmis van Wybe van Croningha
werd voor het eerst gepubliceerd in het
Londense Vrij Nederland van 22
december 1945 onder de titel De laatste
nachtmis. In deze versie was de gastheer
Sir Arthur Tedbury. Later gebundeld in
Vier Schaduwen en een spook, 1958.
Het verhaal werd in V.N.
aangekondigd als een hoofdstuk uit een
roman van Niel Opstadt (sic!):
Comedianten voor den Heer, een sterk
anticlericaal boek van Havank.
Niemand schijnt te weten, wat er met
het manuscript is gebeurd. Cynthia
vertelt, dat Roothaert, met wie Havank
goed bevriend was, het een
meesterwerk vond. Het boek moet
nogal overeenkomsten hebben vertoond
met Roothaerts Oom Pius van 1951. Het
komt enige malen voor in contracten
van auteur en uitgever.
20. Oude spelling stond op 26 maart 1959
in Frieslands Kern, nieuws- en
advertentieblad voor Leeuwarden e.o.
21. Beide citaten zijn afkomstig uit het
verhaal Mary Christmas, voor het eerst
gebundeld in de Havank Omnibus 1953,
later in Vier Schaduwen en een spook,
1958.
22. Ibid.
23. Ab Visser, Het klooster van Sint
Jurriaan. Pauwhofherinneringen.
Schaduw... waarom?
Utrecht/Antwerpen, z.j., p. 78.
24. In: Henk van der Meulen, Sef
Passage, Pieter Terpstra, Gerard van
Wageningen, In de Schaduw van Havank.
Havank als vriend.
Drachten/Leeuwarden, 1988.
25. In: Pieter Terpstra e.a., Hoogst
merkwaardig. Alles over Havank. Havank,
een hoogst merkwaardige schrijver.
Utrecht, z.j., p. 15-16.
26. Het gezin Van der Kallen was
relatief vroeg uiteengevallen. Daaraan
werkten mee: Hans' verblijf van 1916
tot 1922 bij de Augustijnen in
Eindhoven; problemen met broer
Henricus Dominicus, geb. 26 maart
1910, zie noot 14; verhuizing van vader
en moeder en Hans naar Eindhoven in
1928; de dood van de moeder in 1929;
de verhuizing van de vader naar
Maastricht; Hans' ongelukkige baantjes
op verschillende kantoren en ook als
reiziger in heiligenbeeldjes e.d.
27. Spectrumuitgave, Nederlands van
Godfried Bomans, deel I, p. 285.
28. Aan Huib Ahaus draagt Havank
zijn achtste boek op: Vier vreemde
vrienden, 1939, 'in herinnering aan dat
Romeinse jaar, en al de vreugden die
het bevatte', en in 1953 de Havank
Omnibus, 'in herinnering aan onze
Romeinse jaren'.
29. Namelijk, in alfabetische volgorde:
Jane Austen, Robert Browning, Robert
Burns, Lewis Carrol, Leslie Charteris
(van wie Havank meer dan veertig
boeken vertaalde), Gilbert Keith
Chesterton, Sir Arthur Conan Doyle,
James Fenimore Cooper, William
Congreve, Ian Fleming, Oliver
31