ontegensprekelijk de pen is gevoerd door Bomans, is de kern van deze passage - wat bepaalt standsverschil? - onverdund terug te vinden bij Dickens. Niet alleen in de formulering (het duidelijkst blijkend in het woordelijk overnemen van het begrip 'Blood'), maar ook in de gelijkenis tussen de 'bekakte' dames (Hamiets tante en mevrouw Van Vlies vleugel), de voorkeur voor intangible points (immateriële - maar ook ongrijpbare - zaken) boven zichtbare welstand ('echte adel takelt zich niet zo toe') en de (door beide auteurs) met sardonisch genoegen geschetste sfeer van arrogantie, zelfophemeling en neerbuigendheid. Die maken voor mij de - subjectieve - conclusie onontkoombaar dat Bomans, tijdens het schrijven van Erik, David Copperfield opengeslagen op zijn bureau had liggen. 75 Godfried Bomans

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1990 | | pagina 77