PERSONAGES Geef mij een boek waarin de jonge held aan het begin wreed gescheiden wordt van zijn geliefde ouders en ik ben als was in de handen van de schrijver. Gedreven moet ik voortgaan met lezen tot ik weet dat de held weer veilige grond onder de voeten heeft. Toen ik klein was, vond ik dit model verhaal in sprookjes; nu is Dickens mijn hofleverancier in dit genre, met Oliver Twist, Dombey and Son en David Coperfield. Mijn favoriete passage is die waarin David Copperfïeld door Betsey Trotwood gered wordt uit zijn vreselijke omstandig heden Gist. 13-14). Opvallend is het dat David niet gered wordt door een typische redders figuur, maar door een pin nige, excentrieke vrouw, die iets tegen David heeft, omdat hij geen meisje is, en door een niet geheel wel bij het hoofd zijnde Mr Dick. Opvallend is het ook dat de redding niet het werk is van een ogenblik. Nee, Betsey wikt en weegt en kan moeilijk tot een be sluit komen: anderhalf hoofdstuk lang wachten we met I avid, in spanning af wat ze zal doen. Later in het verhaal blijkt pas wat er in deze passage gebeurd is: Betsey redt David, maar David redt ook Betsey. Ze verkeren beiden in benar de omstandigheden, David in materieel en Betsey in emotioneel opzicht. Betsey heeft haar gevoelens ver weg gestopt en kan die moeilijk uiten. Nadat ze David heeft geadopteerd, brengt ze haar gevoe lens op een normale manier naar buiten. Er is dus duidelijk een Betsey 1, voor de komst van David, en een Betsey 2, daar na. Aan de hand van enkele citaten een beeld van Betsey 2: "My aunt cried out right as she embraced me"(hst 23); "Only be a loving child to me in my age, and be ar with my whims and fancies; and you will do more for an old woman whose prime of life was not so happy or conciliating as it might have been, than ever that old woman did for you." (hst. 23). Betsey 1 zien we bij twee gelegenheden, de eerste keer bij de ge boorte van David. Haar bedoeling is aandoen lijk: ze wil voorkomen dat haar op komst zijn de achternicht dezelfde slagen van het lot zal krijgen als zijzelf. Ze is echter onredelijk en agressief, gedraagt zich als een boze fee ("a discontented fairy") uit een sprookje. De tweede gelegenheid is in de onderhavi ge passage. Ze reageert niet adequaat op de ongelukkige David. Als hij een huilbui krijgt, slaat ze niet een arm om hem heen, maar geeft ze hem in haar verwarring te drinken uit allerlei flesjes: "I tasted anis eed water, anchovy sauce and salad dres sing," aldus David. Ze vraagt drie keer aan Mr Dick wat ze vervolg op pagina 56 54

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1991 | | pagina 55