55
Die schoolvoorstelling maakte grote in
druk op me. Geschminkt en gekleed als
Dickens, met identieke attributen als wel
ke Dickens op het toneel gebruikte,
bracht de acteur een aantal fragmenten
die Dickens indertijd zelfheeft voorgedra
gen.
Ook toen ging ik weer voor de bijl.
Merkwaardig genoeg kan ik me - behou
dens het slot van A Tale of
Two Cities - niet meer pre
cies herinneren welke frag
menten werden voorgedra
gen. Wel herinner ik me dat
ik het een meeslepende er
varing vond; ik hoopte
steeds dat het nog niet afge
lopen zou zijn. Wat me nog
bijstaat is de sfeer die werd
opgeroepen, het bedwele-
mende effect van de taal en
vooral hele reeksen van
beelden: het Londense
straatleven, vrolijke eetpar-
tijen, grappige gesprekjes,
aangrijpende armoede.
Ik weet nog hoe ik na afloop op straat in
de herfstige sfeer van de Dam (de voor
stelling was een matinee in
Krasnapolsky) het gevoel had nog steeds
in het romantische, geheimzinnige
Londen van de vorige eeuw te verkeren.
De toekomstige theatermaker was ge
raakt door het vertellerstalent waarmee
Dickens ook een theaterpubliek onnavolg
baar in zijn ban kon houden.
In dit licht bezien is het verwonderlijk dat
Dickens weinig rechtstreeks voor het
theater heeft geschreven en dat die stuk
ken ook nog weinig effectief zijn.
Bewerkingen die door anderen zijn ge
maakt zijn dat wel geweest. De mooiste
was misschien wel die van Nicholas
Nickleby door The National Theatre. Die
voorstelling strekte zich uit over twee lan
ge avonden en werd beginjaren tachtig
met groot succes eerst in Londen en daar
na in New York opgevoerd.
In verband daarmee staat de Dickens-her-
innering waarom ik me tot dit stukje heb
laten verleiden. Over die Nicholas
Nickleby-opvoering had ik zulke geestdrif
tige verhalen gehoord, dat
ik er wel het Kanaal voor
wilde oversteken. Maar
wat ik ook probeerde aan
de telefoon, ik wist geen
kaartjes te bemachtigen en
bleef thuis. Ook toen de
voorstelling enkele maan
den later in New York
werd gespeeld en ik er door
een gelukkig toeval ook en
kele dagen verbleef, heb ik
een halve dag met honderd
dollar in mijn knuistje voor
het theater rondgehangen,
maar ik kwam er niet in.
Weer later is er een knap
pe televisie-versie van de toneelbewerking
gemaakt. Die heb ik weliswaar likkebaar
dend bekeken, maar (wat een zorgen, wat
een zorgen) toen raakte mijn videorecor
der in het ongerede. Vandaar dus mijn
vraag: wie, o wie zou mij een copie van die
uitvoering kunnen bezorgen?
De warmte, de vrolijkheid, de rijkdom van
die 'televisie-Nicholas' moet ik minstens
jaarlijks tot me nemen om de doodsang
sten, waarmee ik dankzij Dickens sinds
mijn kindertijd regelmatig geplaagd
wordt, weg te nemen.
Berend Boudewijn