BERNARD GEWIN EN CHARLES
DICKENS
Wat hebben Charles Dickens en
Bernard Gewin met elkaar gemeen?
Op het eerste gezicht niets. Ja, ze zijn
allebei geboren in 1812 en hun beider
wieg stond in een havenstad (resp.
Portsmouth en Rotterdam), maar wat
een verschil verder!
Dick Welsink
Charles John Huffam Dickens was de
kleinzoon van een huisbediende van een
adellijke familie en de zoon van een klerk
op een betaalkantoor van de marine die
door verregaande financiële zorgeloosheid
zo diep in de schulden raakte, dat hij na
verloop van tijd in de gevangenis beland
de waar zijn gezin in arren moede intrek
nam in zijn cel. Het spreekt vanzelf dat er
onder zulke omstandigheden geen geld
was om Charles fatsoenlijk onderwijs te
laten volgen. Hij moest gaan werken in
een schoensmeerfabriek, later op een ad
vocatenkantoor en nog weer later bij een
krant als parlementair verslaggever.
Bernardus Gewin was een telg uit een ge
goed geslacht waarvan het spoor tot in de
achtste eeuw terug te volgen is. Zijn vader
was heer van Warmtink te Delden, zijn
moeder kwam voort uit een gefortuneerde
Rotterdamse familie. Bernard genoot uit
stekend middelbaar onderwijs in zijn ge
boortestad en ging begin 1830 theologie
studeren aan de Leidse universiteit. Daar
maakte hij kennis met J.P. Hasebroek
(1812-1896), met wie hij in augustus 1831
als vrijwilliger bij de Leidsche Jagers
deelnam aan de Tiendaagse Veldtocht. In
de daaropvolgende jaren leerde hij onder
meer Nicolaas Beets (1814-1903) en J.
Kneppelhout (1814-1885) kennen. Hij was
in 1833 een der oprichters en de eerste
president van de Rederijkerskamer voor
Uiterlijke Welsprekendheid, een soort
vriendenclub van gelijkgestemde geesten
die de nieuwe richting in de literatuur
toegedaan waren. Tijdens zijn in alle op
zichten onbezorgde studietijd had hij vol
op gelegenheid kennis te nemen van de
voortbrengselen van de Romantiek en
daarover van gedachten te wisselen met
zijn vrienden. Nadat hij in mei 1838 was
bevorderd tot kandidaat bij het
Provinciaal kerkbestuur van Noord-
Holland, was hij enige tijd waarnemend
predikant van dè Hollandse gemeente in
Londen. Van 1841 tot zijn dood in 1873
oefende hij het predikambt uit in diverse
gemeenten in zijn vaderland, het laatst in
Utrecht.
Heeft Gewin Dickens in zijn Londense tijd
persoonlijk ontmoet? Het ligt niet voor de
hand, want er gaapte een diepe klasse-
kloof tussen de Nederlandse predikant
van voorname afkomst en de razendsnel
aan populariteit winnende feuilleton
schrijver. Gelezen heeft hij hem vast en
zeker, gezien het wel zeer Dickensiaanse
karakter van het enige werk van literaire
aard dat Gewin, onder de schuilnaam
Vlerk, het licht heeft doen zien, namelijk
de tussen november 1839 en september
1841 in afleveringen verschenen
Reisontmoetingen van Joachim
Polsbroekerwoud en zijne vrienden, met
platen van Hork, achter welk pseudoniem
zich de illustrator Johann Wilhelm Kaiser
(1813-1900) verborg. Diezelfde Kaiser had
57