CHRISTMAS CAROL IN EEN JAPPENKAMP interview met Dr H.C.D. de Wit Dr H.C.D. de Wit (84 jaar) is gepensioneerd hoogleraar aan de Landbouwuniversiteit te Wageningen. Hij heeft verschillende publicaties op zijn naam staan, waaronder de driedelige Ontwikkelingsgeschiedenis van de Biologie', Aristoteles en de Biologie en Wat is Leven? Een cultuurgeschiedenisIn 1967 bracht de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem zijn vertaling van Dickens' A Christmas Caj-ol uit die hij ruim twintig jaar eerder in een Jappenkamp maakte voor zijn oudste zoon. Als ik naar uw werk kijk, wijst niets erop dat u in Dickens geïnteresseerd zou zijn. "Ik ben bioloog. Mijn belangstelling voor de levende natuur richt zich altijd op het geheel, op samenhang. Biologie is wat anders dan wat Heimans en Thijsse deden, maar hun. werk hoort er wel bij. Het is ook wat anders dan de moleculaire kunsten die tegenwoordig celonderzoek beheersen, maar dat hoort er ook bij. Voor mij is biologie de studie van het verschijnsel leven in al zijn aspecten. Daarbuitenom ben ik altijd in taal en talen geïnteresseerd geweest. En in lite ratuur. De laatste tijd krijg ik daar wat meer gelegenheid voor, want ik laat die grote biologische boeken nu zoetjesaan geschreven zijn. Nou ja, ik doe er nog wel 's wat aan; ik geef nog college bij voorbeeld. Ik val soms in voor de ge schiedenis van de biologie. Die studenten vinden dat leuk; die denken dat ik uit een museum kom en die zitten me met grote ogen aan te kijken. Maar ik richt me nu toch wat meer naar de literaire kant. Die Dickensvertaling is niet helemaal uit de lucht komen vallen, nee, die zat wel in mijn vezels." U kende de Christmas Carol al wel? "Ja, al heel lang. Als jongen was ik een verwoede lezer. In die jaren heb ik bij voorbeeld Dickens van A tot Z gelezen en toen ik ze allemaal uit had, ben ik opnieuw begönhen. Mijn vader had zo'n kleine uitgave, dat waren van die witte bandjes. Ik vond die verhalen prachtig, van David. Copperfield en al dat werk, maar de Pickwick Papers dat was voor mij het toppunt. Dat vond ik prachtig. En het merkwaardige is, dat ben ik mijn hele leven prachtig blijven vinden. Nog"-"-" niet zo lang geleden heb ik nog weer een uitgave van de Pickwick Papers gekocht 32

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1994 | | pagina 33