en opnieuw helemaal gelezen. Het is van
een vriendelijkheid, en tegelijk helemaal
niet slap. Een zonnige levensbeschou
wing die de beroerde kanten helemaal
niet weglaat, die zich op niks laat bedu
velen, maar het wordt niet echt cynisch.
Het leest heerlijk, en dat Dickens daar in
die tijd zo beroemd mee geworden is,
kan ik me goed voorstellen. Die figuren
ook, hè, die Sam Weller en zijn vader,
en die schurk van een Jingle. En Pick
wick die toen die lezing moest houden
over de stekelbaars. Dat vond ik als
bioloog natuurlijk helemaal het einde.
Dat paste precies in mijn straatje. Ja, ik
was wel 'een Dickensfan en dat ben ik
nog."
Maar hoe kwam u ertoe om A Christmas
Carol te vertalen?
"Het is een heel verhaal, maar het is met
dat boekje zo gegaan: ik studeerde in
1937 af in de biologie in Amsterdam en
ik wilde gaan trouwen. In die dagen was
het zo dat als je wilde trouwen, dan
moest je zorgen dat je een baan had.
Want je moest zorgen voor je vrouw en
eventueel voor je kinderen. Werk was er
niet in de jaren '30. Ik kon hier geen
betaald werk krijgen. Weliswaar werkte
ik als onbezoldigd assistent voor profes
sor Johanna Westerdijk in de Hortus
Botanicus, maar dat leverde geen toe
komst en geen levensonderhoud. Op een
plaats als leraar biologie had je vrijwel
geen kans. Men doet tegenwoordig of die
werkloosheid heel wat bijzonders is,
maar dat is er altijd geweest; de ene keer
een beetje meer, de andere keer een
beetje minder. Werkloosheid kun je
alleen opheffen in totalitaire staten en wij
leven in een democratie. Maar goed,
daar hebben we het niet over. Een ander
punt gaf eigenlijk de doorslag:
Mijn vrouw studeerde Duits en we gin
gen vaak op vakantie in Duitsland. Dus
wij hadden, ja, toch wel een zekere
kennis van Duitsland. De opkomst van
Hitler was iets waar we met grote ogen
naar stonden te kijken. Eerst snapten we
niet zo goed waar het nou allemaal over
ging, maar we begrepen wel dat het te
maken, had met .de Duitsers diepte ..weinig
Lebensraum hadden. Dat kon je zo aan
de buitenkant niet zien, maar dat hadden
ze dan toch.
Dat waren ook de grote dagen voor het
cabaret van Erika Mann, die trad op in
de Hollandse Schouwburg. Geweldige
avonden waren dat. Maar Hitier kreeg
hoe langer hoe meer invloed en die
optredens van Erika Marrn, dat was de
'Pfeffermühle'die .werden verboden
door de Amsterdamse gemeenteraad en
door de regering, want dat beledigde een
bevriend staatshoofd. Hitier mocht niet
beledigd worden, maar hij kwam hele
maal niet ter sprake. Dat weet ik, want
ik was er haast iedere avond. Een van de
grote genoegens van die voorstellingen
was dat de hele avond de groeiende
'rassenhaat' en 'dictatuur' in 'Duitsland'
op de korrel werden genomen, zonder
dat die woorden één keer werden gezegd.
Ik weet nog heel goed dat ik rond de tijd
dat ik afstudeerde op een raambiljet las
1 dat Hitier het Saaxgebied was binnen
gedrongen, terwijl dat onder beheer was
van de geallieerden. De Nederlanders
schrokken daar wel van, maar niet zo
hevig. Louis Davids maakte er een liedje
over en men nam het niet echt serieus.
Toen kreeg je dezelfde houding die de
Verenigde Naties nu zo typeert: niks
doen, protesteren, zo maar laten, niet
provoceren, 'ze bedenken zich wel'. Er
gebeurde dus niets en het zat me niet
lekker. Ik dacht, dat gaat niet goed.
Hitier komt hier in Nederland, dat zul je
zien.
Toen kon ik een baan krijgen in Zuid-
Afrika, aan de Universiteit van Pretoria.
Dus wij gingen naar Zuid-Afrika, en een
paar jaar later gebeurde inderdaad wat ik
had verwacht. In 1940 viel Hitier Neder-
33