Indonesische Buitenzorgers bij dozijnen in concentratiekampen. Zij lieten hun hüis onbewaakt achter. Japanners gapten wat ze gappen konden, maar voor die boeken hadden ze natuurlijk weinig interesse. Die werden opgehaald en op hopen gegooid in een schoollokaal. De boeken kregen een Japans stempel en moesten dan te zijner tijd als lectuur in de kampen dienen. Mijn vroüw hielp ze uitzoeken.Wij palmden nog op tijd een half dozijn Nederlandse Shakespeare- vertalingen in. Je weet maar nooit waar het goed voor is. Ze kwamen van pas in Beatrixkamp, Met de kinderen tussen de twaalf en achttien jaar heb ik heel wat Shakespeare 'opge voerd'. We zaten in een kring, telkens drie, de middelste met een boek, de andere twee keken mee. Iedereen kreeg een of twee rollen en moest die uit zijn boek voorlezen. Je moest goed opletten om goed aan te sluiten op de vorige voorlezer. De kinderen snapten er min stens driekwart niet van, maar dat hin derde niet. Ze probeerden het tenminste en soms legde ik iets uit. Nu en dan hadden ze in de gaten waar het over ging. We waren bezig en daar ging het om. Toen kwam kerstmis, en ik dacht, ik moet iets bijzonders doen. Ik had een Engelse Christmas Carol, maar geen Nederlandse vertaling. Daarom besloot ik voor mijn zoontje (die er nog niet hele maal aan toe was) en voor zijn leeftijdge noten plus, zo'n vertaling te maken. Wie het kan begrijpen, dacht ik, heeft er wat aan, en dat is dan altijd nog beter dan niets. Die vertaling hebben we toen met kerstmis ook samen voorgelezen en ik herinner me met zekerheid dat alle toe hoorders daar erg goed naar luisterden." Maar hoe is dat boekje uiteindelijk uitge geven? "We hebben tot februari 1946 in Beatrix kamp gezeten en zijn daarna teruggegaan naar Nederland. Mijn papieren kwamen in kisten mee en zo kwam die vertaling ook mee. De jaren gingen voorbij en ik had allerlei bezigheden. Ik was onder andere verbon den aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem, waar ik voorzitter was van het bestuur. De Academie had vaak rond de eeuwwisseling relatiege schenken en op een gegeven ogenblik werd mij gevraagd of ik niets had om uit te geven. Toen ben ik een beetje gaan zoeken tussen mijn papieren en vond die Dickensvertaling. We hebben dat gekop peld aan een prijsvraag onder de leerlin gen om daar illustraties bij te maken. De winnaar was Sven Hoekstra en zijn illus traties werden dus aan de vertaling toe gevoegd. Leerlingen van de afdeling grafische ontwerpen verzorgden de typo grafie en daarom kun je zeggen dat de Kerstvertelling een produktie van de Academie in Axnhem is geworden. Zo was ook de Academie erbij betrokken. Het is in 1967 uitgegeven. Dat is de geschiedenis van dat boekje. Verder betekent het niets." Maar waarom bent u eigenlijk nooit Dickens Fellow geworden? "Ik wist niet dat het bestond. Ik wist wel dat Bomans er heel erg mee bezig was. Ik heb nog een paar vertalingen van hem in de kast staan. Hij was naar mijn idee een zeer bekwaam auteur, maar boven dien gaat Bomans' humor heel goed met Dickens samen. Het is een soort gelijke benadering. Ja, Teisterband, ik weet het nog goed. Wat vond ik het jammer dat ik niet in Haarlem woonde. 35

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1994 | | pagina 36