DICKENS VERGEZELT VAN EEDEN
door G. van Suchtelen
"Het meest vreesde zij een huis in de
stille achterbuurt, waardoor zij gaan
moest om tot de arme buurt te komen.
Dat was het uiterste van saaiheid. Het
was een knopenwinkel, halfdonker, met
hoge ramen. Zij was er wel eens in
geweest, de hoge winkelkasten stonden
van boven tot beneden vol witte dozen,
en op iedere doos was een knoop beves
tigd, als staal van de soort die de doos
bevatte. Het rook er altijd even duf, een
beklemmende, eigenaardige duffe stank,
soms gemengd met de geur van gestoof
de kool of uien. De winkelier was een
bleek mannetje met rode bakkebaarden.
Hij was niet eens getrouwd, ook die
zweem van bekoring ontbrak. Hij woon
de met zijn zuster, die zeer op hem leek,
ook bleek en klein. Zij hadden beiden
een slechte adem, spraken zacht, en als
men hun een knoop liet zien, wisten ze
dadelijk waar de soort stond, die er 't
meeste op leek.
Wie denkt niet onwillekeurig aan The
Old. Curiosity Shop bij dit fragment uit
Frederik van Eedens Van de koele meren
des doods (1900)? Het is misschien ge
waagd de vraag te stellen of het kind
vrouwtje Hedwig - Van Eedens hoofd
persoon, die hier de dickensiaanse kno
penwinkel betreedt - ook trekjes heeft
van Dora Spenlow, Copperfields child-
wife; maar dat Frederik van -Eeden
(1860-1932) de werken van Dickens met
vrucht en waardering heeft gelezen, staat
vast.
In Tweespalt, de biografie van Van Ee
den tot 1901,.. waarop de Neerlandicus
Jan Fontijn in 1990 cnm laüde promo
veerde, komt de naam van Dickens zeven
keer voor. Als de jeugdige dichter in
1877 in Eastbourne logeert, meldt hij in
zijn reisverslag dat de dorpjes in de om
trek aan beschrijvingen van Dickens doen
denken. Zijn biograaf Fontijn heeft
vastgesteld, dat Van Eeden op zijn vijf
tiende al Our Mutual Friend en Little
Dorrit had gelezen en een jaar later,
samen met zijn jeugdvriendin, Barnaby
Rudge en Oliver Twist.
Jan Fontijn stelt, dat Dickens bij uitstek
de schepper is geweest "van het kind als
engelachtig wezen" en dat Van Eeden
langs Dickens en andere Victoriaanse
romanciers vertrouwd kan zijn geraakt
met de "cult of childhood", die na Rous-
seaus Emile in de negentiende-eeuwse
letteren doorbrak en die bij ons zo ken
merkend en blijvend gestalte kreeg in
Woutertje Pieterse en De kleine Johan
nes.
Rechtstreekse Dickens-invloed op De
kleine Johannes (1885) heeft de belezen
boekhandelaar/publicist Gerben Colmjon
in zijn Oorsprongen van de renaissance
der litteratuur in Nederland (1947) al
eens trachten aan te tonen. Zo lezen we
bij Colmjon:
'De natuurlijkheid van Dickens' taal
vindt men bij Van Eeden terug, die de
"Christmas Books" goed in zich heeft
opgenomen. De wandeling van Johannes
met Pluizer doet er terstond aan denken.
Na het bezoek aan Dr. Cijfer, die door
een microscoop tuurt in een kamer waar
een zonnestraal op flessen met fraai
gekleurde stoffen valt - in het verhaal
"The Haunted Man" zit deze geleerde in
zijn laboratorium en schetst de auteur
36'