r^' <?j? /t~t .J- K tC^l o-t. L.C '</*-s>~ S~JJ rS~A e c J?_0 -f O^-^A 1 ry?OV*<^/ p^CXj? /w -P- Jr /Xru-*-* -r -tr t',-a*^ -/cx *-«-»> -2-jp--*-*. *-€■>< p z' c /~JZ yY CX—t ZX^c^l JflA-Q. X> CM C—CXytcM.1^ J/_* ,.s \s* 'W-4 Je* iY>v - ^s V suggestief hoe het haardvuur de schadu wen en vormen van instrumenten en kolven op de muur werpt: some of these phantoms (the reflection of glass vessels that held liquids) trembling at heart like things that knew his power to uncombine them, and tö' give back their component parts to fire and vapour - na dit bezoek gaan Pluizer en Johannes op pad, door "het luidruchtige drijven en woelen" van de stad; gelijk Scrooge in het tweede hoofdstuk van 'A Christmas Carol met een geest gaat door the strife and tumult of a real city, en dan, weer jongen ge worden, veel ménsen die reeds lang gestorven zijn, terugziet. Zij gingen toen een eindweegs door de eenzame straten, waar de gasvlammen flikkerden in den nachtwind, toen het donker was gewor den; in: The Haunted Man is sprake van een sombere avondval met windvlagen, when lighted gas began to burst forth in the busy and the quiet streets. Totdat de torenklok middernacht sloeg en Pluizer zegt: Die is altijd even vrolijk, jaar in, jaar uit... en des nachts klinkt het blijder dan des daags. In The Chimes leest men over de klokken die dag en nacht over de stad klinken: They had clear, loud, lusty, sounding voices, had these Bells. Het is bijna een halve eeuw geleden dat Colmjon zijn onderzoekje verrichtte. Sindsdien is er over invloeden van Char les Dickens op Van Eeden bij mijn weten niets meer gepubliceerd. Toch zou het zeker een interessant on derwerp voor een scriptie kunnen zijn na te gaan in hoeverre bepaalde kinderge stalten of vrouwenfiguren van Van Eeden verwantschap met Dickens vertonen. Men kan zich bijvoorbeeld afvragen: heeft het eerherstel van Martha Endell (Copperfield) wellicht model gestaan voor het tot een beter leven komen van de gevallen Hedwig uit De Koele Merenl Het mededogen met sociaal min-bedeel- den had Van Eeden zeker met Dickens gemeen. Maar anders dan bij deze laatste kwamen Van Eedens armeluis-flguren niet uit de verf. En terwijl Dickens faal de in overtuigende uitbeelding van wel gestelde milieus was dit juist Van Eedens sterke kant. Belangwekkend zou het eveneens kunnen zijn na te gaan in hoeverre Van Eeden roman-technisch iets van Dickens heeft opgestoken. Een aanwijzing dat dit in derdaad het geval is geeft een brief van Frederik aan zijn vriend Carel Alber- dingk Thijm (Lodewijk van Deyssel) d.d. 22 maart 1895. In hun briefwisseling is er sprake van de sensatie du déja vu. Van Eeden: "Zulk een gevoel te-beschrijven .in een roman, op een min of méér belangrijk oogenblik, is een tamelijk bekende kunstgreep. Dickens doet het b.v. met 38

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1994 | | pagina 39