kend), Maastricht en de problemen bij het boeken van accomodatie vorig jaar tijdens de Haarlem Conference.1 Vooral Maastricht wordt even spannend, maar nadat ik er op gewezen heb dat dit waar schijnlijk iets met de sluiting van de kolenmijnen te maken heeft, een dank baar. onderwerp van discussie in Enge land, gaat het gezeldschap verder over Scargill en Thatcher. En na ook de pro blemen in Haarlem afgedaan te hebben met 'that dd Mail service' kan verder vooral over het grote ledenbestand van onze Fellowship geconverseerd worden. Dhr. Jacobs heeft dit aantal inmiddels al tof enige honderden laten' aanzwellen maar bekent later onder invloed van champagne gesproken te hebben. Toch valt het weer op dat een grote Branch in Engeland zelden meer dan 30 leden heeft en dat aantal is in onze Branch bij slecht weer zelfs een matige opkomst. Vooral als we onze gedachten nog eens terug laten gaan naar bijvoorbeeld de invasie van Bronkhorst, een plaats waar men nu nog trillend in huis zit en het., zonlicht mijdt. Tweede dag. De ^ochtend bestaat uit lezingèn. De onvermijdelijke Ackroyd wordt weer ten tonele gevoerd door Malcolm Andrews als hij, in een goede lezing, spreekt over 'The business of Biography'. Kate Flint gaat in op 'Great Expectations and the Science of Explanations'. Zij 54

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1994 | | pagina 55