The 88th Conference of The Dickens Fel
lowship in Edinburgh, July 1994
Verslag van de Nederlandse delegatie
Rónd de 20e juli van dit jaar togen negen
Haarlemse Dickensians richting Edinburgh
om de 88e Annual Conference mee te
maken. Omdat ieder graag zijn naam
gedrukt ziet geef ik U de namen van dege
nen, die de gevaren van veerboot en ele
menten trotserend zich naar gene zijde van
de Doggersbank gespoed hebben: mw
Andiiuga, het echtpaar de Groot, hel echt
paar Jacobs, de gebroeders Lokin, de heer
Roose en Uw onverschrokken reporter. Ik
denk dat ik hiermee wel voldaan heb aan de
opdracht om de essentie van de Conference
te rapporteren.
In de marge van het verslag is het wellicht
aardig U wat meer te vertellen over wat een
Annual Conference te bieden heeft en hoe
je daar maximaal van kunt profiteren. Dat
laatste verwondert U misschien, maar
bedenkt U zich dat de investering in het-
bezoek aan een Annual Conference met
gemak de kosten van de complete werken
van Charles Dickens overstijgt en U zult het
met me eens zijn dat het uitkijken geblazen
is.
Al voor het vertrek moet overlegd worden
hoe lang er gebleven wordt. In tegenstelling
tot vroeger toen conferences op donderdag
avond begonnen en op zondag eindigden,
plegen conferences nu met gemak een week
of langer te duren. Dat heeft alles met een
Engelse vorm van bezuiniging te maken. De
vroegere conferences plachten in mei geor
ganiseerd te worden en de deelnemers leg
den zich te ruste in accommodaties, die
strookten met de mate van gevuldheid hun
ner portemonnees. Als gevolg van de infla
toire kaalslag in de jaren zeventig dreigde
dit uit te lopen op jeugdherberg of camping
met 'bed and breakfast' slechts weggelegd
voor de'zeer gefortuneerden onder de Dic
kensians. De oplossing werd gevonden door
uit te wijken naar de colleges en de campu
ses van de universiteiten. Deze zijn slechts
in de zomermaanden beschikbaar, maar
zeer goedkoop zodat de programmering
flink opgerekt kon worden en voor sommi
gen deelname aan een Annual Conference
meer het karakter van een literaire zomerva
kantie heeft aangenomen. Het gevolg is dat
Then moet nppassefTniet verzeild te raken in
een buslading Amerikaanse toeristen, voor
wie deelname aan de Annual Conference
onderdeel van een package tour is. Men
doet er daarom verstandig aan al die onder
delen uit het programma te mijden, waar de
kans op confrontatie het grootst is.
Natuurlijk kan men doorschieten hi zijn
angst voor contact met non-members. Ik.
herinner mij dat wij enkele jaren geleden
regelmatig het grote banket moesten mis
sen, omdat wij pas wilden intekenen als wij
met eigen ogen hadden vastgesteld dat wij
onder ons Dickensians zouden zijn. Waren
alle stoelen vergeven, dan moesten wij het
met toekijken vanaf de galerij stellen of
erger nog: buitengesloten worden. Dat laat
ste is ons een keer en wel bij de Annual
Conference in York overkomen. Met de
man die ons de toegang ontzegde én met de
York branch is het niet goed gegaan. Dat
stemt wel tot tevredenheid, maar heeft ons
toch aan het denken gezet. Voor de Edin
burgh hebben wij dan ook geen enkel risico
genomen en voor alles ingetekend. Het is
wat duurder, maar men heeft volledige
bewegingsvrijheid
Een andere opgave is om binnen de beperk
te tijd en mogelijkheden het maximum aan
aandacht en publiciteit te krijgen. Dat wordt
niet ingegeven door ijdelheid of misplaatste
eerzucht - ik matig mij geen oordeel aan
over onze president, hij kan zichzelf uitste
kend verdedigen, al blijft het vreemd zoals
het op de business meeting is gelopen, hier
over zo dadelijk meer -, maar door de bitte
re noodzaak als non-english speaking
foreigners een plaatsje onder de Dickens
zon te verwerven. Een der middelen, door
ons ook te Edinburgh weer met -succes toe
gepast, is het zich in tegengestelde richting
bewegen. Als het programma vermeldt:
'Coaches at 7.00 pm to City Chambers'
voor de receptie bij de Lord Provost, dan
57