143 de geest van den odder marley.» Scrock wist derhalve zeer wel dat Mareby dood wasmaar hij achtte het daarom niet noodig de firma te veranderen, en de namen Mareey er Scrock bleven nog jaren lang boven, de deur van het kantoor staan. Menschendie hem niet goed kendennoemden hem somtijds Marley in plaats van Scrock maar hij achtte het niet der moeite waard hen uit den droom te helpen. Maar wie of wat was nu Scrock Om de waarheid te zeg gen Scrock was een oude geldwolf, grijpende en schrapende al wat hij maar grijpen en schrapen kon; stug en stroef een Nero-niemand8-vriendHet scheen dat zijne inwendige koude zijn gezigt had gerimpeld, zijn neus gespitst, zijne beenen verstijfdzijne oogen rood en zijne lippen blaauw ge kleurd, zelfs zijn hoofd, zijne wenkbraanwen en zijne kin met rijm bedekt. Uitwendige hitte en koude hadden Weinig invloed op hem. Geene zomerwarmte kon hem verwarmen geehe winterkoude hem doen verkleumen; geen noordewind was scherper en guurder dan hij zelf. Scrock leefdegelijk zulk een man leven moestzoo een zaam als eene oester in haro schelp. Niemand hield hem ooit op straat staandeom op eene gulle manier te zeggen »Dag, beste vriend Schöck Hoe gaat bet? Wanneer komt gij eens aan?" Geen man, vrouw of kind vroeg hem ooit naar den weg, of hoe laat het was. Geen arme sprak hem ooit om eene aalmoes aanzelfs de honden van blinde bedelaars schenen hem te kennenen trokken hunne meesters voor hem uit den weg. Maar wat ging dit Scrock aan? Het was hem integendeel juist naar zijnen zin, dat hij van niemand last had. Eens bet was daags vóór kersmis zat de oude Scrock- in zijn kantoor. Het weer was vinnig kond en te gelijk mis tig. Hij hoorde de menschen op straat in hunne handen slaan en met hunne voeten stampen, om zich te verwarmen. Het was juist drie uur geslagen, maar reeds geheel donker; het was den geheelen dag niet licht geweesten door de ven sters der kantoren in de huurt zag men reeds lang kaarsen- branden. De deur van het kantoor stond openopdat Scrock zijnen klerk in het oog zou kunnen houdendie in een afzonder lijk hokje brieven zat te kopiëren. Scrock had een klein

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1995 | | pagina 11