155
de ebrstb der drib geestverschijningen.
dit waa nog zijne zonderlingste eigenschap niet; want even
als het schijnsel van zijnen gordel telken» afwisselde, en nu
hieT, dan daar het meest schitterde, zoo scheen ook zijne ge»
heeJe gedaante telkens te veranderenen nu geene armen
beenen of hoofddan er weder meer dan gewoonlijk te heb
ben; maar altijd herstelde zich do eerste gedaante weder, die
den geest wezenlijk eigen scheen te zijn.
»Zijt gij de geest, die mij gezegd i», dat komen zou?" vroeg
Scrock. Jawas het antvWJhrdmet zulk eene zachte
stem, alsof dïö geheel uit de verte kwam. »Wie of wat
zijt gij 7" i» Ik ben de Kersmisgeest van het Verledene
de schim van de kersmissen, die gij beleefd hebt."
Waarom wist hij misschien zelf niet, maar Scrock begon
te verlangen, dat de geest zijne muts zou opzetten, en ver
zocht hem daarom. »Wat?" riep de geest uit. Zoudt
gij mijn licht zoo spoedig willen uitdooven? Is het niet ge
noeg, dat uwe aardschgezindheid mij zoo dikwijls en zoo lang
dwingt om het te verbergen?"
Scrock verontschuldigde zich zoo goed hij konen vroeg
daarop, wat de reden zijner komst was, »Uw welzijn,"
antwoordde de geest. Scrock kon niet nalaten te denken, dat
een geruste nacht slapens hem meer goed zou gedaan heb
ben, en het scheen, dat de geest zijne gedachte kon lezen,
want hij vervolgde terstond: »Uwe verbetering dan. Neem
ter harte wat ik u zal voorhouden. Sta op en ga met mij."
Met deze woorden vatte hij Scrock met ééne hand bij den
arm. Deze had zich wel willen losmakenmaar de greep
van den geest, hoewel niet fbrsch of knellend, was onweêr-
staanbaar. Scrock stond op, en eer hij er aan kon denken
om zich aan' te kleedenwas hij reeds uit de kamer wegge
voerd, en stond hij naast den geest op eenen openen weg,
met velden aan beide zijden. De stad was verdwenen, te
gelijk met den mist en de duisternis. Het was een heldere
winterdag, en er lag sneeuw op den grond.
Goede Hemelriep Scrock uitterwijl hij om zich heen
zaghier heb ik geleefdtoen ik een kind 'was
De geest zag hem vriendelijk aan, en legde zijne hand even
op de borst van Scrock. Deze aanraking scheen eenen bijzon-
deren invloed uit te oefenen. Duizende gedachten, verwach
tingen, herinneringen van leed en blijdschapdie hij lang
25