156 ees kerssfrookje. vergeten hadkwamen Scrock eensklaps weder te binnen. Uwe lippen beven," zeide de geest. «En wat is dat op uwe wang?" -Scrock antwoordde met eene ongewone ha pering in zijne stemdat hij het niet wisten verzocht den geest om hem te brengen, waar hij maar wilde. »Kent gij den weg nog?" vroeg de geest. Oik zon hem blindelings kunnen vindenantwoordde Scrock met vuur. »Het is vreemd, dat gij. hem zoo vele jaren verge ten hebt. Maar laat ons gaan!" Zij gingen den weg op. Scrock herkende alle hekken, pa len en hoorneneindelijk zag hij in de verte eene kleine stad, aan eene rivier gelegen, met eene brug er over. Nu kwamen van tijd tot tijd knapen hen te gemoet rijden, som migen op hitten, anderen op boerenwagens gezeten, maar allen zeer vrolijk juichende en schaterende. Het^fijn slechts schimmen van het verledene," zeide de geest. Zij weten niets van ons." Scrock kende al de vrolijke reizigers, en noemde hen bij namen. Waarom was hij zoo blijde, dat hij hen zag? Waarom sprong zijn hart op, als zij elkander toeriepen en een vrolijke kersmis wenschten? Wat kon kersmis hem schelen? Wat voordeel had hij er ooit van gehad?" De school is niet geheel ledigzeide de geest. Één kinddoor zijne betrekkingen vergetenis er nog." Scrock zeidedat hij dit wel wist en snikte. Zijverlieten dén 'grooten weg en sloegen eene laan in. Zoo kwamen zij aan een huis met een torentje, waarin eene klok hing. Het huis was groot, maar verwaarloosd en vervallen en toen zij er intraden vonden zij koude, holle', slecht ge- meubeleerde kamersen eindelijk een lang Vertrëk met rijen tafels en banken. Op een van deze zat een knaap eenzaam te lezen, bij een armoedig vuurtje, en Scrock schreide over deze schim van den armen jongen, die hij geweest was. Het was hem alsof hij mede lasen als zag hij door het venster een man vreemd gekleedmet eene bijl in •zijnen gordel en een ezelmet honden beladenaan den teugel houdende. Ik ken hem riep Scrock verrukt uit. Het is Axi Baba. Eens op een kersmistoen die arme knaap daar alleen zat kwam hij voor het eerst. En Valentitn en zijn wilde broeder Oer son daar gaan zij.. En die andere, die slapend voor 26

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1995 | | pagina 26