een rebssfrookjb. heersehte, en waaruit zij, met ganzen en kalkoenen, of met kastanjessinaasappelen, citroenen, pruimen, suiker en ka-» neel beladen, weder te voorschijn kwamen. Nu begonnen de klokken te luiden, en nam de stroom van: menschen eene andere rigting. Met vrolijke gezigten en in hunne beste kleederenzag men zulk eéne menigte de deuren der kerken ingaandat het te verwonderen washoe zij er in kon; maar te gelijk kwamen uit afgelegene hoeken en achterstraten meer menschen dan men tellen kon met toe-r gedekte schotels aandrageq, die zij naar de bakkers bragten, om in den oven te zetten. Voor deze arme feestvierders scheen de geest bijzonder veel oplettendheid te hebben; want hij plaatste zich bij de deur yan eenen bakkerswinkel, en nam van eiken schotel, die hem voorbijgedragen werd, het deksel af, om op het vleesehdat er in lageenige korrels wijrook van zijne toorts te sprenkelen. als er een bijzondere 6maak aan hetgeen gij daar van uwe toorts laat druipen?" vroeg Scrock. »Ja, mijn eigen smaak." »En proeft men dien aan alles, wat er van daag gegeten wordt Javan alles wat met een goed hart wordt gegevenvooral in de huizen der armen." Waarom dat a Omdat die smaak daar het meest noodig is." Nu ging de geest verder, en Scrock met hem, naar een der buitenwijken van Londen. Eerst voor de woning van Robert Crachit, den klerk van Scrock, bleef hij, staan, en op den drempel van het huiswelks bewoners niet meer dan vijftien shillings in de week verdienden schudde hij zijne toorts, zoodat er droppels in overvloed afvielen. Daarop gin gen zij onzigtbaar naar binnen,. Jufvrouw Craobit, sober gekleed in een verschoten japon, maar met eene magt van strikken op hare mutswas bezig met de tafel te dekken, waarin zij door Belindahare-tweede dochter, werd geholpen. Dc oudste zoon. Peter, blies in dei keuken het vuur onder de aardappelen aan, waarbij zijn va ders halsboord met hooge punten dat hij ter eere van den dag had mogen omdoen, hem niet weinig hinderdemaar dit verminderde zijne grootschheid over dien deftigen opschik volstrekt niet. De twee kleinste jongens kwamen aanloopen met het berigtdat zij voor den winkel van den bakker duide lijk hadden geroken, hoe lekker hunne gans werd gebraden;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1995 | | pagina 36