de tweede der drie geestverschijningen. 167 c® terwijl zij dit vertelden, dansten zij van blijdschap om de- tafel heen. «Wat blijft Vader weder languit met Tm!" zeide Jufvrouw Crachit. »De kerk duurt al zeer lang. Eu Martha is ver-- leden jaar ook wel een half uur vroeger gekomen." Hier is Mahtha, moeder!" zeide het meisje zelf, dat nu binnen-- trad. Hecre kind, hoe komt gij zoo laat?" vroeg Jaf- vrouw Crachit, terwijl zij hare dochter haren doek en hoed afnam. «Wij moesten gisteren avond nog Züo veel werk afmaken," antwoordde het meisje, «'en van- morgen den boel nog opredderen." - »Nu goed! gij zijt er nxr tochbemarti de moeder. 6a maar wat digt bij het vuur- zitten, om u te warmen." nNeen, neen!" riepen do kfeinste jongens; «Daar komt vader aan! Kruip wegr, Mahtha! kritip weg!" Martha verschool zich spoedig achter eerre kastdeur, en ter stond daarop kwam Robert CraobiT Zelf biim'en zoo net ge kleed, als- mei zijne versletene garderobe mogelijk was, met Tim op zijnen schouder. De arme jongen liep op eene kruk en- met zijne beeflvn in ijzeren heugels. «Waar is Martha vrqpg Robert rondziende. «Zij komt? niet," antwoordde zijne vroiïtv. «Komt zij niet?" zeide- Robert teleurgesteld; want om spoediger te huis te komen, had hij den. armen kreupelen Tim van de kerk af, den ge- heelen weg over gedragen. Komt zij niet op kersmis Martha die haren vader niet verdrietig kon zienkwam spoedig van achter de kastdeur te voorschijn, en' sloot hem* in hare armen. Het. gezelschap was nu voltallig, en men behoefde niet langer met eten te wachten. Peter werd uit gezonden om de gan6 van den bakker te halende twee kleine jongens liepen medeen het drietal kwam in processie met den hoofdschotel terug. Men nam plaats; Robert zette den kreupelen Tm naast zich op een stoet Er Werd gebeden en daarop zette Jufvrouw Crachit, onder Oene diepe stilte, haar mes aan, om de gans voor te snijden; maar toen zij* de eerste snede deed, en het vulsel naar buiten kwant, oiit- stond er eèn algemeen toejuichend gemompel. Nooit had mem eene lekkerder gans geproefd. De vetheidmalschheidgrootte en goedkoopheid van den vogel waren beurtelings onderwer pen van gesprek eri bewondering. Met: de appelpent en de aardappelen was de gans een overvloedige maaltijd voor heti

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1995 | | pagina 37