181 de I.aatste der drie geestverschijningen. Scrock haastte zich naar het venster van zijn kantoor en keek naar binnen. Het was nog een kantoormaar niet het zijne. Het was anders gemenbeleerden er zat iemand anders voor den lessenaar. De geest bleef nog denzelfden weg wijzen en Scrock volgde hem nu zonder te sprekenmaar met verwon dering, waar hij zelf gebleven was, tot aan een ijzeren hek. Het was het hek van een kerkhof. Hier lag dan de onge lukkige, wiens naam nu zou geopenbaard .worden, onder den grond. De geest zweefde tusschen de graven door, bleef staan, en wees op eene zerk. Scrock kwam bevende nader. Hoewel de geest dezelfde gedaante behield, was het alsof er nu in zijne houding iets dreigends en onheilspellends lag, Beantwoord mij een© vraag eer ik lees wat er op die zerk staat!" zeide Scrock. «Zijn dat de schimmen van din gen, die zeker moeten komen, of die slechts mogelijk zullen komen?" De geest wees stilzwijgend naar beneden op het graf. Iemands leven voorspelt zeker eindej waartoe het komen moet, als hij daarin volhardt," zeide Scrock. «Maar als hij zijn leven verandert, moet ook het einde anders wor den. Zeg mij is het ook zoo met hetgeen gij mij vertoont De geest bewoog zich niet. Scrock naderde nu langzaam en bevendeen las op de zerk van het verwaarloosde graf zijn eigen, naamSameel Scrock. »Bcn ik de man, di<i op dat bed lag?" riep hij uit, ter wijl hij op zijne knieën nederzonk. De vinger wees van het graf op hem, en weder op het graf. O neen, neen!" Dc vinger herhaalde dezelfde beweging. Hoor mijriep Scrock zich voor den geest nederwer- pende. alk ben de man niet meer, die ik was. Ik wil de man niet meer wezen, die ik zou gebleven zijn, als ik u en dc 'andere geesten niet had gezien. Waarom vertoont gij mij dit, als er geene hoop meer voor mij is?" Voor de eerste maal scheen de hand te beven. «Weldadige geest!" ver volgde Scrock, «ik zie dat gij medelijden met mij hebt.'Laat mij hooren, dat ik door mijn leven te veranderen, ook deze schimmen veranderen kan! Ik zal kersmis in eere houden; ik zal zelfs het geheele jaar door kersmis houden. Ik zal het verlcdene, het tegenwoordige en de toekomst ter harte nemen. Zeg mij slechtshoe ik de letters op dezen steen kan uitwisschen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1995 | | pagina 51