nas praat over hem in zijn aanwezigheid alsof hij er niet was. Alleen in een
omgeving die hem sympathie toedraagt komt hij tot leven, zoals zijn gedrag
later in tegenwoordigheid van Mercy bewijst. Wie als mens behandeld
wordt, lijkt Dickens te zeggen, reageert als mens; zo niet dan vervalt hij tot
stomheid. Spreken of zwijgen is een kwestie van zich in een gemeenschap
opgenomen voelen. Zoals nu Chuffy zwijgt om niet te hoeven spreken, zo
spreekt Mrs.Gamp om niet te hoeven zwijgen. Zij reageert op haar isole
ment op een geheel tegenovergestelde manier. De gemeenschap die haar
ontzegd is, creëert zij zichzelf in de imaginaire persoon van Mrs.Harris. Van
haar ontvangt zij de waardering die haar in werkelijkheid ontbreekt: zij
schept haar eigen gemeenschap. De zwijgzame en de spraakzame zijn bij
nader inzien twee zijden van de dezelfde munt, en beide typen zijn, zoals
McKnight aantoont, in ruime mate vertegenwoordigd in Dickens' werk. In
hun eigen "private worlds" opgesloten zijn figuren als Dr.Mabette (TCC),
Fredrick (LD), waar anderen gewoon zijn korte, stereotype antwoorden te
geven, zoals Toots (D&S), Joe Gargery (GE), om nog maar te zwijgen van
Mrs.Skewton (D&S), Nrs.Clenham (LD) en Mrs. Joe en Miss. Havisham
(beide GE). Soms zuchten ze letterlijk, dan weer figuurlijk in kerkers, nu
eens vanwege, dan weer buiten hun schuld.
Dickens'wij ze van benadering van instellingen waar veel van dergelijke ty
pen in de Victoriaanse werkelijkheid vaak verbleven - denk ook aan zijn
uitspraken dienaangaande in AMERICAN NOTES - doet de schrijfster den
ken aan de studies van Michel Foucault MADNESS AND CIVILIZATION
en DISCIPLINE AND PUNISH. Deze beide studies verschaften de schrijf
ster haar theoretisch uitgangspunt, wat de lezer van haar boek overigens in
het geheel niet hoeft af te schrikken: diens opvattingen over afzondering en
taal vormen een bruikbare achtergrond en niet meer dan dat.
Biografische aspecten spelen in beide boeken slechts een ondergeschikte
rol; vooral Malcolm Andrews neemt expliciet afstand van de gebruikelijke
en in zijn ogen onvruchtbare pogingen Dickens' visie op het probleemveld
van kind versus volwassenheid alsmaar tot 'schrijvers jeugd terug te voeren.
Heel wat belangwekkender is dat, zoals boven al gesignaleerd, beide au
teurs Dickens' uitspraken buiten de fictionele wereld van romans en verha
len confronteren met die fictionele. Zowel de toen actuele discussie over de
"prison reform" als die over de juiste opvoeding zijn aan Dickens niet on
opgemerkt voorbijgegaan - om het maar terughoudend te formuleren - en
60