de gevaren wezen van statuszucht en ij del streven naar weelde, gaandeweg
worden de rollen omgekeerd en krijgen kinderen de rol van geweten te ver
vullen. Zie opnieuw Dickens, waar Joe Gargery (GE) ogenschijnlijk door
Pip in diens opgang achter zich gelaten, in zekere zin kind en gaaf geble
ven, de oudere Pip tot zelfinzicht moet brengen.
Het is in dit kader ondoenlijk beide werken uitputtend te bespreken; iets
moet er overblijven voor de lezer die aan de hand van beide auteurs hun
ontdekkingsreizen door Dickens' oeuvre willen meebeleven. In het ene ge
val aan de hand van Dickens' verhouding tot verschillende typen verworpe
nen der aarde, in het andere geval tot "het kind dat wij waren" en waar wij
soms zo roekeloos naar terug verlangen.
Fezziwig en Bob Cratchit tonen dat, waar wij ook in het leven staan, wij de
familiaire en professionele verantwoordelijkheden van de volwassene kun
nen combineren met het handhaven van kinderlijke waarden.
In overeenstemming met de traditie die Dickens overnam en nieuw leven
inblies, verschafte het kerstfeest in hoge mate de gelegenheid tot harmoni
euze integratie van beide rollen. Het beoogde een overschrijden van de so
ciale en leeftijdsgrenzen en gaf volwassenen de toegang tot de geest van de
jeugd. Om het met de woorden van Schrock - elders in dit kerstnummer -
te zeggen: "Ik weet niet hoe lang ik onder de geesten ben geweest. Ik weet
niets meer. Ik ben geheel en al een kind geworden. Maar dat komt er niet
op aan. Ik ben er blij om!"
Bernt Luger
Besproken boeken:
Mc.Knight, Natalie, IDIOTS, MADMEN OTHER PRISONERS IN
DICKENS. St.Martin's Press, New York, 1993. 148 pp. 22,95 pond
Andrews, Malcolm, DICKENS AND THE GROWN-UP CHILD. Macmillan
Press, London, 1994. 214 pp. 35,00 pond.
62