INGEZONDEN BRIEVEN
Het fraaie zomerweer, de frisse winden in de Biesbosch, het royaal vloei
ende bier, de nostalgische stoomboot, wie zal zeggen wat de aanleiding
vormde tot het nauwelijks rijp overwogen aanzoek dat de ene helft van de
redactie - na kort overleg met de andere helft - deed aan ons Roosendaalse
lid Karla Boschma de redactie van de Dutch Dickensian te komen verster
ken.
De Dordtse ambiance moet het gedaan hebben, want Karla stemde gevleid
en aarzelend toe. Zij moet begrepen hebben dat de redactie haar ampele ge
legenheid zou bieden haar oude vete met de Dordtse splintergroepering
lucht te geven, al hoopte de redactie niet minder in de toekomst van haar
gave te kunnen profiteren haar oorspronkelijke gedachten op heldere wijze
vorm te geven en in het voorbijgaan tevens haar grote kennis van Dickens'
oeuvre te etaleren.
Spoedig daarna - de Dordtse glazen zijn klein en de roes kortstondig - volg
de blijkbaar een ontnuchtering, waarvan de volgende brief aan redacteur
Cees van Steijnen getuigt:
63