KERSTMIS IN DICKENSLAND Kerstmis nadert. Vroeger was het vooral de Kerk die ons daar aan herinner de. De pastoor, de dominee, en de advent: de periode van vier weken in het kerkelijke jaar welke aan het kerstgebeuren voorafgaan, in het rijke roomse leven de laatste maand van Maria's Blijde Verwachting, weken van sober heid en inkeer, totdat de engelen en herders, bijgestaan door de drie Wij zen uit het Oosten, in jubel uitbarst(t)en om de menswording van Christus: een God wordt mens. Aan dit mysterieuze gebeuren van Onbevlekte Ont vangenis tot aan de zeer aardse entree van de Heiland kwam geen mensen hand te pas, niet van de vroedvrouw, niet van de dokter, en zelfs Jozef be hield zijn status van maagdelijke echtgenoot. Voor onze 20ste eeuwse begrippen onvoorstelbaar, maar daarom is het ook een geloof. Het beroemdste kerstverhaal is ongetwijfeld het verhaal waarmee het Nieu we Testament begint. Maar wat is nu de op één na beroemdste kerstvertel ling? In de bundel essays "Dickens, waar zijn uw spoken?" geeft Godfried Bomans het antwoord: "In het jaar 1843 verscheen te Londen een boekje, getiteld "A Christmas Carol in prose being a ghost story of Christmas", met vier gekleurde plaatjes van John Leech. Het is de geschiedenis van een vrek, Ebenezer Scrooge geheten, een keiharde, onbarmhartige geldschraper, die in de nacht van Kerstmis bezocht wordt door drie geesten, de verschijning van zijn gestorven compagnon, Jacob Marley, niet meegerekend. Als hij de volgende morgen wakker wordt, is hij een ander mens. Hij smijt met geld, kalkoenen en plumpuddingen en loopt zingend door Londen, boordevol mensenliefde." Sindsdien is Kerstmis de nationale feestdag in Dickensland. Het is de geschiedenis van een wonderbaarlijke bekering zoals eens van Saulus/Paulus op weg naar Damascus, een verhaal dat talloze malen is her drukt en vertaald, voor grote en kleine mensen, voor arme en rijke mensen, onderwerp voor talrijke radio- en televisieprogramma's, en bij herhaling bewerkt voor theater-uitvoeringen. In 1844 verscheen de eerste Nederlandse vertaling van Dickens' kerstver haal in het periodiek "Het Leeskabinet", dat door de Amsterdamse boek handelaar en uitgever Frijlink uitgegeven werd. Fnjlink was een eigengerei de man, een autodidact, een vreemde eend in het Nederlandse 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1995 | | pagina 7