Omdat Walter gedurig in schulden verkeerde en Dickens weigerde hem financieel te ondersteunen, had Walter aan zijn zus Mary geschreven dat hij niets meer van zich zou laten horen totdat hij vrij zou zijn van al zijn schulden. In de herfst van 1863 schreef hij Mary opnieuw, nu met de mededeling dat hij ziek was. Pas aan de vooravond van Kerst liet hij haar weten dat zijn situatie heel ernstig was en dat hij in Calcutta een medische verwijzing hoopte te krijgen voor de terugreis naar Europa. Hij schreef haar dat hij te zwak was om zelfs maar te kruipen, maar dat hij zich verheugde Gad's Hill weer te zien. Dickens vervolgde: "He arrived at Calcutta from the station where his regiment was, on the 27th of December. He was consigned by the Regimental Doctor to the officers' Hospital there, which is a very fine place. On the last day of the old year at a quarter past 5 in the afternoon he was talking to the other patients about his arrangements for coming home, when he became excited, coughed violently, had a great gush of blood from the mouth, and fell dead; - all this in a few seconds."27 Dickens vertrouwde Miss Burdett-Coutts toe dat hij geen verdere bekendheid wilde geven aan de direkte doodsoorzaak. De reden daarvoor was dat een tante van Walter aan dezelfde kwaal leed en één van Walter's broers overeenkomstige verschijnselen vertoonde. Over die verschijnselen verschafte hij verder geen mededelingen, maar de kwaal omschreef hij als een "extensive and perfectly incurable aneurism of the Aorta, which had burst". Wel schreef hij nog dat hij, kennelijk toch ongerust over de gezondheid van Walter, zijn andere zoon Frank op 20 December naar India had gestuurd. Frank was vol verwachting zijn broer na zes jaar terug te zien, maar hoorde bij aankomst in Calcutta dat Walter een maand geleden was overleden.28 In de "Ecclesiastical Returns" van Bengalen, bewaard in de Oriental and India Office Collectionsvinden we Walter's naam terug in het begrafenisregister van de "Military Burial Ground of Fort William". Onder de vele, doorgaans jonge, mannen in het register van die jaren staat de naam Walter Landor Dickens vermeld, met daaraan in een ander handschrift toegevoegd: "second son of Charles Dickens, the writer". Walter was gestorven op 31-12- 1863 en als doodsoorzaak werd opgegeven "Hamatoemisis". De begrafenis vond plaats op Nieuwjaarsdag 1864 door de veldprediker J. Cave Browne. Walter was toen 22 jaar oud.29 Het verlies betekende voor Dickens en de rest van de familie een groot verdriet. Walter was de eerste zoon die overleed. Het verlies werd voor Dickens nog extra pijnlijk, omdat Walter, in de grootse stijl van zijn familie, bij zijn dood aanzienlijke schulden naliet. Toen Charles zijn broer in India opzocht bleek Walter al niet meer in staat ook maar één penny aan hun samenzijn bij te dragen en kort daarop bleek zijn schuldenlast zo hoog dat hij voorlopig niet meer voor bevordering in aanmerking kwam. Direkt na Walter's dood ontving Dickens het dringende verzoek van zijn regiment om een schuld van meer dan 140 te voldoen. Daaronder - 50 - Brief Dickens aan Miss Burdett-Coutts, 12-2-1864 Gloucester Place, in Johnson 1953: 375-376. Vrijwel gelijkluidend verslag in brief aan Mr. Charles Knight, 1-3-1864 Gloucester Place, in Letters of Charles Dickens 1880: 212-213. Brieven Dickens aan Miss Burdett-Coutts en Mr. Charles Knight, zie voorgaande noot. Ten onrechte stellen de uitegevers van Letters of Charles Dickens 1880: 208 dat Frank pas eind Januari 1864 naar India zou zijn afgereisd. Frank zou zeven jaren in India blijven als lid van de "Bengal Mounted Police". 2 "Ecclesiastical Returns, Bengal", OlOC N'l 107 f.128. Het register geeft de onjuiste leeftijd van 24 jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1998 | | pagina 20