- 51 - was ook een rekening die Dickens in minder droeve omstandigheden zeker zou hebben geamuseerd: "Humble petition of Gunga Rum Cloth Your poor petitioner is want 14 Re 8 ans. from April 1862 And he havnt paid to me yet and Sir I have heard now Dickens is gone to England some days ago And Sir now I will get these Re with your kind Should I be so fortunate as to succeed my request for which Act of generosity I shall ever pray for your long life and prosperity".30 Samenvattend kunnen we zeggen dat Charles Dickens via zijn zoons nauw bij Brits-India was betrokken. Dat betekende niet dat Dickens ook werkelijk in het volk en de kuituur van dat land was geinteresseerd. India bleef voor hem een land van tijgers, hitte en Rajahs die uit gekrulde gouden pijpen rookten van onvoorstelbare lengte, zoals bijvoorbeeld beschreven bij het vertrek van Jack Maldon als kadet voor India {David Copperfield)Het bestaan van het Britse imperium stond op geen enkele manier ter diskussie voor deze anders zo markante maatschappelijke voorvechter die zo scherp de wantoestanden in zijn eigen omgeving registreerde en aan de kaak stelde. In Dombey and Soa voerde hij weliswaar een Majoor Bagstock ten tonele die in Poona (Brits-India) had gediend en een Indische bediende had meegebracht die hij de hele dag koeieneerde. Maar hij kwam nooit op de gedachte dat Bagstock met zijn grove manieren eigenlijk het optreden van Engeland in de koloniën belichaamde. Indiase Dickensians, zoals Sajni Mukherji, laten niet na ons daaraan te herinneren. India was voor Dickens alleen maar interessant als een carrière mogelijkheid voor zijn weerbarstige nageslacht. Ook voor Dickens gold de uitspraak: "The East is a career". BRONNEN Oriental and India Office Collections of the British Library (OIOC), London: E/MTI75/75 Mutiny Medal British Army Infantry, Vol.1 L/MIL/9/107-269 Applications for East India Company Cadetships (Cadet Papers) 1775- 1860 Hierin Nr.241 Walter L. Dickens. L/MIL/10/20-67 Bengal Army Service Lists 1770-1858 Hierin Nr.696 Walter L. Dickens N/1/107 Ecclesiastical Returns Hierin f. 128 Walter L. Dickens. 30 geciteerd in Fido n.d.: 95.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1998 | | pagina 21