A LOST DIARY. "DICKENS INCOGNITO" (75) De verdediger en het symbool van het geluk rond de huiselijke haard had meer dan menselijke trekjes gekregen. Het bekend worden van Dickens' relatie met Ellen Ternan betekende een nieuwe impuls om het werk van Dickens te herlezen, met andere ogen, en was aanleiding tot nieuwe studies, niet alleen naar onbekende facetten van Dickens eigen leven maar ook naar de achtergronden van de romans van Dickens en hun hoofdfiguren. Zo Dickens tijdens zijn leven al compromitterende brieven zou hebben ontvangen, welke licht zouden hebben kunnen werpen op zijn buitenechtelijke relaties en mogelijke gevolgen, dan heeft hij die zorgvuldig vernietigd, verbrand, en zouden zijn "Victoriaanse" geheimen geheim zijn gebleven. "Gelukkig" echter verloor Dickens tijdens zijn tweede Amerikaanse reis op zondag 29 december 1867 zijn zakagenda, een dun boekje van 10 bij 5 1/2 cm, gebonden in rood leer, waarin de laatste aantekeningen dateren van 28 december. Dickens meldde de vermissing van zijn agenda in een brief aan Georgina Hogarth, zijn schoonzuster, op een tegelijk schertsende en bezorgde toon: "which, as Mr.Pepys would add, do trouble me mightly". In 1922 dook de agenda op bij een veiling in New York, afkomstig van een "onbekende" verzamelaar. In de catalogusgids werd vermeld dat het belang van de agenda vooral gelegen was in het feit dat het betrekking had op de periode waarin Dickens zijn Amerikaanse lezingentoer van 1867/68 voorbereidde. Met andere Dickensiana werd de agenda gekocht door de gebroeders Berg. Ruim tachtig jaar later kwam de agenda onder de aandacht van Felix Aylmer, die in New York de Public Library bezocht en op het bestaan van die agenda, opgenomen in de Berg Collection, werd geattendeerd. Er was een loep nodig om de agenda - één pagina per maand - te ontcijferen. Veel dagen in de eerste helft van 1867 begonnen met "to SI" en "At SI." Aylmer decodeerde alle afkoringen en ontdekte dat Dickens' reisdoel en plaats van verblijf het plaatsje Slough was, op twee kilometer van Windsor gelegen in Buckinghamshire, gemakkelijk bereikbaar met zowel de toenmalige Great Western Railway vanuit Paddington Station als de Old London en South Western Railway vanuit Waterloo en Victoria Station. Aylmer ging vervolgens op zoek naar de naam Dickens in de bewaard gebleven gemeentelijke belasting- boeken van Slough. Geen Dickens maar wel: "Charles Tringham"! De speurtocht bracht Aylmer in de Slough Public Library, waar hij een pamflet uit 1892 onder ogen kreeg, "Bentley's Notes on Slough and Upton", geschreven door Richard Bentley, de kleinzoon en opvolger van Dickens' vroegere uitgever, die in Upton woonde. In het pamflet de volgende opmerking: "In a fire in the High Street in May 1889, Elizabeth Cottage, in which Charles Dickens lodged for a time, and an adjoining building occupied at the early part of the century by the great astronomer Miss Herschel, werde burnt down" (13). - 56-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1998 | | pagina 26