Beste Dickensians Bij deze eerste verschijning van een deel van de Dutch Dickensian in 1998 gaan onze gedachten natuurlijk 150 jaar terug naar het revolutiejaar 1848. Dat jaar zag niet alleen omwentelingen in veel landen, maar - enigszins boud gesteld misschien - ook in de geest van Dickens. Hij beëindigde aan het begin van dat jaar "Dombey and Son", maar begon niet aan een volgende grote roman. Ackroyd wijst er in zijn biografie op dat Dickens zich in dat jaar veel meer met zijn verleden bezig hield. Hij schreef de passage over zijn ongelukkig verblijf in de schoensmeerfabriek (de passage die hij Forster zond), en hij schreef het Kerstverhaal "The Haunted Man and the Ghost's Bargain". Dat verhaal draait om de vraag of het beter is om een ongelukkig verleden uit het geheugen gewist te krijgen, of niet. De dood van zijn zuster in dat jaar is wellicht mede aanleiding geweest voor deze bezinning op zijn jeugd; ook in "The Haunted Man" is sprake van een overleden zuster. Ackroyd concludeert dat Dickens zijn verleden niet meer wil wegstoppen, maar het accepteert en het zo des te meer een basis kan laten zijn voor zijn verdere werk. Niet toevallig is de eerstvolgende roman het autobiografisch geïnspireerde werk "David Copperfield", waaraan Dickens begin 1849 begon. Het bestuur van uw Branch heeft na rijp beraad besloten om - gezien het revolutionaire karakter van 1848 - als "book of study" voor dit jaar "A Tale of Two Cities" aan te wijzen. En wie tijd over heeft, leze gerust ook "The Haunted Man", dat kan geen kwaad. Voor wie, zoals ik, in de bankwereld actiefis, is "A Tale of Two Cities" wel een heel bijzonder boek, wegens de natuurgetrouwe beschrijving van een bank, Tellson's Bank, waarmee het eerste hoofdstuk van het tweede boek begint. Vooral de volgende passage, uit het leven gegrepen, heeft mij veel gemoedsrust gekost, en gelukkig las ik die pas later in mijn leven: Cramped in all kinds of dim cupboards and hutches at Tellson's the oldest of men carried on the business gravely. When they took a young man into Tellson's London House, they hid him somewhere till he was old. They kept him in a dark place, like a cheese, until he had the full Tellson flavour and blue-mould upon him. Then only was he permitted to be seen, spectacularly poring over large books, and casting his breeches and gaiters into the general weight of the establishment. U ziet dat niet alleen de schoensmeerbranche maar ook het bankwezen een hele belasting kan beteken voor een jonge man. Sommigen komen daar nooit meer overheen. Om met een vrolijker noot te besluiten, kan ik u vertellen dat ik een video opname heb van een oude verfilming van "A Tale of Two Cities", waarin de gevels van de huizen soms de meest wonderlijke rimpelingen vertonen omdat het bordkarton te slap was of het doek niet strak genoeg gespannen. Om een of andere reden leidt dat tot een onbedoelde relativering van het dramatische verhaal, en tot filosofische bespiegeling. Graag zie ik uit naar de bespiegelingen die wij zullen houden over dit boek in de loop van dit jaar! Met Dickensiaanse groet, Paul Ferdinandusse

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1998 | | pagina 6