De manier waarop Esther mr. Guppy behandelt is overigens wel heel erg ontactisch voor iemand die zegt zich de gevoelens van haar medemensen zo goed te kunnen indenken. Etet gelaat van Esther is inmiddels door de pokken geschonden, maar mr. Guppy weet dit nog niet. Esther draagt een sluier en zij doet deze afin de loop van het gesprek, waarin zij door mr. Guppy ten huwelijk wordt gevraagd. De wrede manier waarop Esther mr. Guppy behandelt, toont aan, dat zij, ondanks haar psychologische achtergronden, alleen de sympathie wil winnen van degenen, die zij zelf wil liefhebben. Esther gelooft niet helemaal in haar minderwaardigheid en mr. Guppy, een advocatenklerk, is haar te min, in tegenstelling tot later dokter Allan Woodcourt. Het huwelijksaanbod, haar gedaan door haar voogd mr. Jarndyce, is voor Esther geen probleem. Hier vlucht Esther weg van de sex in een vader-dochter verhouding, die a-sexueel is en daarom bij haar geen negatieve associaties oproept. Mr. Jarndyce is trouwens geen figuur van wie veel passie te verwachten is. Het hele jaar door slaapt hij met een open raam en neemt hij koude baden. Aan het einde van het boek ziet mr. Jarndyce edelmoedig af van zijn huwelijk met Esther ten gunste van de jonge dokter Allan Woodcourt, met wie zij in een gelukkig huwelijk treedt. Hiermee is Esther aan het einde gekomen van haar sexuele queeste: eerst heeft zij een latente lesbische verhouding met Ada, vervolgens knoopt zij een a-sexuele relatie aan met haar voogd mr. Jarndyce, en tenslotte wordt het een evenwichtige relatie met Allan Woodcourt. Nogmaals, het wordt ons niet uitgelegd hoe Esther haar remmingen jegens het andere geslacht heeft weten te overwinnen, dit terwijl zij toch haar andere neurosen heeft behouden. Esther blijft gecharmeerd van Ada, die zij, wanneer deze weduwe is geworden, tot haar idool maakt. Ook is Esther niet heen over haar minderwaardigheidscomplex. Zij vertelt ons dat de patiënten van haar man zelfs haar prijzen, alsof zij eigenlijk de achting van deze mensen niet waard is. Moge het bovenstaande een stimulans voor de lezer(es) zijn Bleak House ter hand te nemen en te gaan lezen. Willem van Steenbergen Geraadpleegde literatuur: Bleak HousePenguin editie John Carey, The Violent Efficy. Hoofdstuk 7. Dickens en sex. Philip Hobsbaum, A Reader's Guide to Charles Dickens. Hoofdstuk XV. Bleak House. Michael Slater, Dickens and Women. Hoofdstuk 12. Dombey and Son to Little Dorrit. A.E. Dyson, The Inimitable Dickens. Hoofdstuk 7. Bleak House: Esther better not born? F.R. and Q.D. Leavis, Dickens the Novelist. Hoofdstuk 3. Bleak House: A Chancery World - Q.D.L. Jane A. McCusker, The Games Esther Plays: Chapter Three of Bleak House. The Dickensian. Autumn 1985. -73 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1998 | | pagina 13