-74-
Dickens in Hay-On-Wye
Het begon in 1961 in Hay-on-Wye, op de grens van Wales en Engeland, waar Richard Booth
het plan van een "town of books" ontwikkelde. Hij startte er een secondhand bookshop-
imperium. In Hay, zoals in zoveel verkommerende provincie-stadjes en dorpen in Wales, was
een grote leegstand van winkels. De formule werkte, boekliefhebbers toerden naar Hay,
bussen vol, Booth moest uiteindelijk de koek delen met andere boekhandelaren. Hotels en
particulieren met een "Bed Breakfast"-faciliteit alsmede de overige plaatselijke middenstand
floreerden. Gevonden vreten vooor vergeten stadjes en dorpen. In 1984 volgde Redu in
Wallonië, in 1988 verklaarde het Noord-Franse Becherel zich tot boekendorp en in 1993 werd
in onze eigen Achterhoek het oude stadje Bredevoort tot de status van boekenstad verheven.
In de negentiger jaren groeide het bestand van "Book Towns" en "Book Villages" wereldwijd
tot een twintigtal, de meeste in Europa, maar ook in Canada, de USA, Australië, Maleisië en
Japan.
Inmiddels heb ik Bredevoort tweemaal bezocht, er zijn daar thans 25 tweedehands
boekwinkels. Dickens kwam ik daar (nog) niet echt tegen. Mijn vosjes (uitzonderlijke
vondsten, bij voorkeur voor weinig geld) waren zeldzaam, begrijpelijk, want het duurt jaren
voordat een stock aan tweedehands boeken interessant wordt. Bovendien zijn de startende
ondernemers vaak niet in het vak en met boeken opgegroeid, en mijn verwachting is dat pas na
tenminste één generatie boekhandelaren - d.w.z. na een twintigtal jaren - de stock ontdaan is
van de meeste pulp, en kwaliteit krijgt.
Maar als ik gelijk had moest Hay in ieder geval nu een bepaalde rijpheid bereikt hebben, en dus
reisden wij onlangs af naar Hoek van Holland, voeren in alle vroegte in drie uur op de
catamaran HSS Discovery over naar Harwich - 77 km/uur - en bereikten Hay na een autorit
van ruim 500 kilometer dwars door Engeland van oost naar west. Dat kostte een dag rijden,
want in Engeland zijn veel slingerende tweebaanswegen met om de zoveel kilometer een
round-about. Begrijpelijk dat de Engelse economie het moeilijk heeft en zal blijven houden.
Bij aankomst in Hay-on-Wye, na een lange rit, was de eerste zorg een dak boven het hoofd
voor de nacht. Bijna de eerste zorg, want een pissoir was mijn allereerste. Geparkeerd in
Broad Street, pal naast de Townclock en voor de ingang van "Gentlemen". Een zorg minder.
"The Seven Stars Hotel" bevond zich een twintigtal meters verderop. A mid-sixteenth century
house with timber-beamed bedrooms, Dining Room Lounge, Swimming Pool Sauna.
Proprietor: Mary RatclifFe". Aangebeld, een jong meisje deed open, in de receptie werden wij
vanaf de muur zwijgend begroet door mr. Pickwick die zijn hoed had afgenomen en met zijn
rug een lamp recht hield. Mrs. RatclifFe beweerde dat het niet Pickwick maar Johnnie Walker
was, maar daar trapten wij niet in. Onze kamer, op de 2de etage achter met uitzicht op een
wat troosteloze en rommelige verzameling bouwsels en een grasveldje om te parkeren, was
niet zozeer "timber-beamed" dan wel een kitcherige binnentuin vol nepbloemen: op de
gordijnen, het dekbed, de kussens, de lampekappen en de ingelijste prenten.
Cees van Steijnen