14- Van de Redactie Het vooijaar begint in Dickensland rond de kerst. Dan borrelen nieuwe en vaak de allerbeste gedachten in ons op. Onze president verheft zich een momentje van zijn zetel en laat een verzuchting over ons heen gaan als een verlossend woord: "het poldermodel", dat hij als de geest van de toekomst aan ons, behoudenden van ziel en geest, voortovert. Dat is even slikken, want zo hebben wij Dickens' kerstboodschap nooit verstaan. Moeten wij ons gaan verlustigen aan politieke kookprogramma's? Of gaat het toch om die eenvoudige naastenliefde? Zakelijk is het verslag van onze secretaris/penningmeester. Zijn executie van het verleden is verrassend kordaat: "Hopla". Met dat verleden is afgerekend, de messen zijn geslepen, een nieuwe taart wordt ons voorgezet: "Great Expectations". Echter, onze Fellowship is als een lintworm, het is de kop die steeds weer aangroeit en zich van een nieuw lijf voorziet, de executie is puur lijfsbehoud, en een nieuw leven lonkt. De Herfstbijeenkomst was ongetwijfeld een hoogtepunt. Dankzij de heldere tekst van Guus de Landtsheer werd Dickens' visie getoetst aan de werkelijkheid van de Franse Revolutie. Oude bekenden als Marat, Danton, Robespièrre en Tayllerand kwamen tot leven vanuit hun graf en opeens bleek de Bastille minder wreed en bestegen wij met Marie Antoinette vanaf het schavot de Franse troon en speelden wij de molenaar en zijn vrouw in het lustoord Trianon, terug naar het moment toen alles nog toekomst was. En dan dat professorabele sausje, waarin alle losse eindjes samen kwamen tot een heerlijke gebonden soep!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1998 | | pagina 4