Vervolgens komt Brian Lake van de bekende Londense boekhandel Jarndyce. Hij spreekt over
"Collecting Dickens" en begint met uit te leggen dat van iedere schrijver de serie-uitgaven
een andere kleur kaft hadden. Lake zelf verschijnt voor ons in "Thackery yellow". Van
Dickens is veel bewaard gebleven. Dat komt ondermeer omdat er erg veel van zijn werken
verkocht zijn en mede omdat hij als schrijver jong begonnen is en de lezer dus al vroeg kon
beginnen met verzamelen. Door veel uitgevers zijn ook series van zijn complete werk op de
markt gebracht. Eerste uitgaven, vooral in de originele omslag (cloth), zijn nu veel waard.
Over de juiste prijzen blijft Lake vaag, wellicht denkt hij nog tegen een buitenkansje aan te
lopen bij de komende taxaties van meegebrachte boeken. Hij noemt ook nog het geval van ene
Burton die onder het mom van predikant brieven schreef naar bekende personen met als
oogmerk een briefin het handschrift van hem of haar terug te krijgen. Dit lukte hem
wonderwel. Boekhandel Jarndyce (46 Great Russell Street, London) brengt met regelmaat
The Dickens Catalogue uit waarin staat wat men daar zo al in voorraad heeft.
Als derde en laatste spreker hebben wij Michael Slater over "Dickens and the Poor". Slater
heeft hier ook een boek over geschreven. Voor de regelmatige bezoeker van deze conferenties
is het deels een herhaling van eerdere lezingen van hem.
De waarschuwingen van schrijvers als Dickens over de situatie waarin de armen zich
doorgaans bevonden kunnen uitgelegd worden als deels angst voor wat er maatschappelijk
kon gaan gebeuren als deze situatie zo bleef voortbestaan en deels als aanklacht omdat het een
schande was dat dit kon gebeuren. Slater leest verschillende passages die gaan over ondermeer
de gevangenissen in de tijd van Dickens (Will Fern, Abel Magwitch, etc.). Ook heeft Slater het
over de stroom bedelbrieven die Dickens dagelijks ontving. Hij kreeg toch al veel post,
ongeveer de hoeveelheid die een gewoon postkantoor in die tijd aan correspondentie
verwerkte. Dickens ging nooit op deze bedelbrieven in omdat hij de theorie had dat echte
armen nooit bedelbrieven sturen.
Na de Evensong in de York Minster worden wij 's avonds vermaakt door Brian Matthew. Hij
treedt op in een Charles Dickens outfit, inclusief een baardje zoals Dickens dat op latere
leeftijd ook had. Het baardje lijkt echt, maar is dat ook zo? Met moeite kunnen we ons
beheersen. Matthew, die nog twee jaar in Hilversum woonde, leest: "Going into Society", de
moordscène van Sikes en Nancy en delen uit het proces Pickwick vs Bardell.
De maandag staat in het teken van de busreis naar de omgeving van de beruchte Yorkshire
Schools. Het uitje is extra interessant omdat wij in Bowes zullen worden rondgeleid door Ted
Shaw, een afstammeling van William Shaw, die model heeft gestaan voor Wackford Squeers.
Wij arriveren eerst in een zonnig Greta Bridge. Hier staat nog het postkantoor waar Dickens
eens een briefin de bus deed. Ook is er een hotel waar de muren van de barruimte versiert zijn
met afbeeldingen uit de Pickwick Papers. Bij het verlaten van Greta Bridge zien wij een jongen
die een tuin staat te wieden "B-o-t, bot, t-i-n, tin, bottin, n-e-y, ney, bottiney, noun
substantive, a knowledge of plants. When a boy knows this out of a book, he goes and
does it". De geest van Wackford Squeers hangt al over de omgeving.
De tweede plaats die we aandoen is Barnhard Castle. In het toenmalige Kings Head Hotel (nu
heet het The Charles Dickens) heeft Dickens enige tijd gelogeerd. Iedere morgen liep hij naar
de overkant van de straat naar de klokkenwinkel om zijn horloge gelijk te zetten. De naam van
deze klokkenwinkel was Master Humphrey. Dan weten we nu ook waar Master Humphrey's
Clock vandaan komt. Nu blijkt er een verlopen wasserette in gevestigd te zijn. In plaats van de
vergulde letters "Master Humphrey" die Dickens op het raam aantrof moeten wij het doen met
-43 -