BESTE DICKENSIANS Het kan aan mij liggen, maar ik kan de krant niet openslaan of ik zie een parallel met het werk en/of de tijd van Dickens. Misschien is dit een teken van "burn out", misschien moet ik het even wat rustiger aandoen, een "sabbatical leave" nemen. Maar oordeelt u zelf: Kortgeleden berichtten de media over een tehuis voor daklozen dat midden in de winter tijdelijk de deuren moest sluiten uit geldgebrek. Diverse opinies hierover werden naar voren gebracht: sommigen vonden dit een schande, anderen vonden het niet zo'n punt omdat volgens hen de daklozen precies weten waar ze zijn moeten om te profiteren van de meest voordelige voorzieningen en daarvoor door het hele land reizen. Daaraan moest ik denken toen ik - ter voorbereiding op dit stukje - mijn pas verworven exemplaar van "Household Words" ter hand nam, en opensloeg bij de aflevering van 23 Februari 1856, opdat ik u zou kunnen vertellen wat er precies 145 jaar geleden in dat blad behandeld werd. En het "leading article'Van dat nummer is: "Houseless and Hungry". In dit artikel beschrijft de anoniem gebleven schrijver hoe hij op een avond naar een vervallen buurt van Londen gaat, waar twee "houses of poverty" zijn, te weten "Debtor's Prison" in Whitecross Street, die hij goed kent, maar waar zijn verhaal nu niet over gaat, en "the asylum of the Society for Affording Nighdy Shelter to the Houseless". Dit tehuis "shall be open and available at all hours of the night, without the need, on the part of the applicant, of a ticket, or any other passport or plea but his or her own statement of helpless necessity". Hier zou ik even graag met u een zijstraat willen inslaan, om stil te staan bij het feit dat voor dit tehuis geen kaartje, geen bonnetje of ander papier nodig is. Die passage doet mij denken aan een boek van Annie M.G. Schmidt waarin een kok voorkomt, Tos, die heerlijk kan koken maar niettemin steeds in moeilijkheden raakt in deze maatschappij, omdat hij steeds op belangrijke momenten niet beschikt over de vereiste papieren. De vogels, met wie hij op goede voet staat, krijgen medelijden met hem, en vliegen diverse huizen binnen om daar voor hem diverse papieren uit mee te nemen, zodat het toch nog goed afloopt, want het blijkt niet uit te maken wat er op papieren staat, als je die maar hebt. "De papieren van Tos" is een gevleugeld woord geworden bij ons thuis. Mijn kinderen dachten vroeger dat dit een kinderverhaal was, maar sinds zij zelfstandig optreden in de maatschappij weten ze beter. Terug naar "Household Words". De schrijver deelt mee dat volgens een rapport velen door het tehuis van de dood zijn gered, en dat hij twee vrienden heeft die niettemin geen voorstander zijn van het bestaan van zulke tehuizen. Deze vrienden zijn de heren Pragmos en Sharplynx. De heer Pragmos kan aantonen aan de hand van statistieken en commissie-rapporten dat er helemaal geen honger en armoede bestaat. Er is werk voor iedereen die wil werken, er zijn ziekenhuizen voor wie ziek is, er zijn werkhuizen voor armen, enz. enz. Tehuizen voor daklozen dienen geen realistisch doel, bevorderen alleen maar luiheid en misdaad, en tonen het publiek een ellende die dus eigenlijk niet bestaat. Vriend Sharplynx verbaast zich erover dat de schrijver een man van de wereld toch er zo in kan trappen: al die vieze, zogenaamde invalide bedelaars, al die vrouwen die met koortsige wangen en een ziek kind op uw stoep zitten, zij allen staan aan het eind van de dag op, doen hun schmink af, brengen het gehuurde kind terug naar zijn moeder, wassen zich en gaan uitgebreid eten, dat de vriend ook uitgebreid beschrijft: kalkoen met worstjes, roast pork, hot punch, en dat alles onder het genoegen van kaartspel en zang.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2001 | | pagina 4