John belaagde ook T.N.Talfourd, een jurist en parlementslid, die veel gedaan heeft voor het auteursrecht, en kreeg van hem een hem gezonden brief van Charles, die John verkocht aan een verzamelaar van handschriften. John ging zelfs zover, dat hij de handtekening van zijn zoon vervalste, althans zijn naam misbruikte als waarborg voor schulden. Charles liet een advertentie plaatsen in nieuwsbladen via Mitton: In zijn brief van 6 maart aan Thomas Mitton, waarin Charles hem de gecorrigeerde advertentie toestuurde, gaf hij opdracht hem te plaatsen in alle ochtend en avond edities van de door hem erbij opgegeven kranten. Hij was bereid zijn vader een uitkering te geven van 720 per jaar, als hij het land verliet, naar Calais, Boulogne of Antwerpen, tesamen met Charles' jongere broer Augustus, die dan daar naar een kostschool zou gaan voor rekening van Charles. Wilde zijn moeder in Engeland blijven, dan moest zijn vader van zijn eigen pensioen haar ?40 per jaar uitkeren. Charles zou zijn huidige schulden betalen en ?10 geven voor de overtocht. John aanvaardde dit niet en bleef in Alphington wonen. Gezien de boeken van Coutts Co., kreeg hij desondanks de jaarlijkse 720. Deze poging van Charles om zijn vader naar het buitenland weg te werken hield verband met de ^perking van de jurisdictie van de engelse rechtbanken t.a.v. het buitenland. In het buitenland wonende Engelsen konden niet voor hun schulden gedagvaard worden. Tijdens Charles' eerste reis in de Verenigde Staten, in 1842, schreef John bedelbrieven aan Miss Angela Burdett Coutts, een rijke vrouw uit een bankiersfamilie, die voor haar charitatieve werk adviezen inwon van Charles. John vroeg haar geld om zijn terugkeer naar Londen te kunnen betalen. Ook verkocht hij bladen uit door hem als echt gewaarmerkte manuscripten van zijn zoon. Hij vroeg een lening aan een andere vriend van Charles. Er zijn redenen aan te nemen, dat hij zo nog een ?200 bijeen scharrelde. Op 20 februari 1843 schreef Charles aan Mitton: Will you let me know how I shall remit you the amount.... CAUTION.- We, the undersigned Solicitors for Charles Dickens, ofNo.l, Devonshire-Terrace, York-gate, Regent'sPark, in the county of Middlesex, Esquire, do hereby give notice, that certain persons bearing, or purporting to bear, the surname of our said client, have put into circulation, with the view of the more readily obtaining credit thereon, certain acceptances made payable at his private residence, or at the offices of his business agents; that no person whatever has any right, title, or authority to make promissory notes, acceptances, or other pecuniary securities, payable either at the private residence of the said Charles Dickens, or at his publisher's or banker's; and that such bills made payable as aforesaid will not be paid. And we do further give notice, that from and after the date hereof, the said Charles Dickens will not discharge or liquidate any debt of debts, save those of his own or of his wife's contracting, and that any implication made to him on account of their debts of any other person whomsoever will be made in vain. Smithson and Mitton, 23,Southampton-buildings, Chancery lane. Dated this 8th day of March, 1841 My Dear Mitton I quite agree in opinion with you, touching my father who I really believe, as Sam Weller says of some one in Pickwick, "has gone ravin' mad with conscious williany". The thought of him besets me, night and day; and I really do not know what is to be done with him. It is quite clear that the more we do, the more outrageous and audacious he becomes 13

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2001 | | pagina 13