Dickens in de geschiedenisles door Guus de Landtsheer Als geschiedenisleraar gaat er in de loop van de jaren menig schoolboek door je handen en tot in de huidige methoden voor het geschiedenisonderwijs komen we regelmatig Dickens tegen. Waarvoor wordt hij gebruikt? Zodra de 19e eeuw in zicht komt, en men het wel en wee van de mensen in Industriële Revolutie aan de leerlingen duidelijk wilt maken, is een citaat uit één van zijn boeken niet ongewoon. Dat roept enkele vragen op. Natuurlijk de vraag of Dickens juist wordt geciteerd, hoewel ik die in dit artikel van ondergeschikt belang vind. Verder enkele punten die naar mijn idee veel interessanter zijn. Waarom heeft men deze citaten nodig? Vindt men het beeld dat de romanschrijver schept beter dan uit het feitelijke materiaal uit die eeuw naar voren komt? Gaat men daarbij echter niet over de schreef van de historische betrouwbaarheid, die toch hoog in het vaandel van ons geschiedenisonderwijs moet staan? Om duidelijk te maken dat dit niet zomaar een aardige instap is voor een artikel in de Dutch-Dickensian wil ik wijzen naar de steeds terugkerende discussie over de wijze waarop in sommige Japanse schoolboeken met de Tweede Wereldoorlog wordt omgegaan. Juist onder degenen die maar niet kunnen accepteren dat Japan zich in die oorlog niet van zijn beste kant heeft laten zien bevinden zich enkele conservatieve literatoren, die hun invulling van nationalisme aan de Japanse jeugd willen voorschrijven. Ook de geschiedenisboeken in de voormalige Sovjetunie en de DDR hadden vaak inhoud, die eerder meer ontsproten leek te zijn aan een fantasierijke geest, dan gebaseerd op historische feiten, rxomans zijn dus geen bronnen waar een historicus zondermeer uit mag citeren. Zeker datgene watje aan kinderen als geschiedenis presenteert is steeds het overdenken waard. Welke feiten, meningen en de daarvan afgeleide normen en waarden vind je de moeite waard met dit onderwijs onder de aandacht van de jeugd te brengen? Hoe voorkom je datje daarbij voortdurend achter de waan van de dag aanholt? Als voorbeeld wil ik een vrij moderne methode onder de loep nemen die op dit moment op veel middelbare scholen in de bovenbouw gebruikt wordt: Memo geschiedenis voor de tweede fase die wordt uitgegeven door Malmberg uit Den Bosch. In het havo boek staat een hoofdstuk over het gezin en de industriële revolutie in Engeland. Het hoofdstuk zeifis een uitwerking van één van de verplichte thema's in het geschiedenisonderwijs n.l. Gezin en samenleving. In de 2e paragraaf wordt aandacht besteed aan de trek naar de steden en wat dit voor gezinnen en samenleving betekende. Zo vinden we tussentitels die gaan over: - De economische revolutie die de industriële revolutie was - Hygiëne en gezondheid - Trouwen in de stad - Opvoeding en onderwijs - Bevolkingsgroei. Bij de eerste en de laatste twee tussentitels zijn citaten uit Hard Times als bronnenmateriaal gebruikt. De leertekst over de economie tijdens de volutie besteedt aandacht aan het begrip urbanisatie en wat dit voor gevolgen had voor leefomstandigheden van veel gezinnen. Arbeidershuizen werden dicht op elkaar gebouwd en waren overvol. Dit gecombineerd met de afwezigheid van waterleiding of riolering leidde tot zeer ongezonde leef- en woonomstandigheden. Op die manier slaagde men er in de onderkomens voor deze mensen zo goedkoop mogelijk te houden en nam men de nadelen op de koop toe. Dit gekoppeld aan het ontbreken van besef bij politici dat zij hier een verantwoordelijkheid in te dragen hadden continueerde de wantoestanden. Ook het economische denken gebaseerd op de klassieke economie zoals Adam Smith dat in zijn boek The Wealth of Nations had ontwikkeld ondersteunde deze opstelling. Het paragraafje eindigt dan met de constatering dat lage lonen, slechte werkomstandigheden, ongezonde huizen en kinderarbeid binnen dit kader aanvaardbaar waren. Om vervolgens dit verhaal van een beeld top voorzien volgt dan een citaat uit Hard Times: 21

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2001 | | pagina 21