maar tegengesproken door James Sleeman (hierboven geciteerd) die betrokken was bij strijd tegen thugs. Het komt niet als erg waarschijnlijk voor dat rovers goud niet tot hun buit willen rekenen. Al met al is Jacobson niet overtuigd. Maar zij neemt de theorie wel heel letterlijk. Dat doen Duffield en Wilson trouwens ook. Dat betekent dat zij er allemaal van uitgaan dat, als Jasper de moord pleegde op de manier van de thugs, vervolgens ook alle ingrediënten van de thug traditie in de roman terug te vinden moeten zijn. Dat lijkt mij persoonlijk te veel gevraagd. Dickens kende de geschiedenis van de thugs en ontleende daar mogelijk elementen uit voor zijn roman. Verschillende daarvan zijn in zijn boek aanwijsbaar zoals de vermoedelijke moord met behulp van een sjaal. Maar dat maakt Jasper nog niet tot een verborgen en toegewijde vereerder van de Hindoe godin Kali uit India. Dickens zou zich over die verregaande gevolgtrekking hogelijk verbazen. Dick Kooiman

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 31