Wie heeft het gedaan? door Guus de Landtsheer Dat kan alleen maar als "The Mystery of Edwin Drood" het book of study is. Een jaar lang hebben we in het Haarlemse gezocht naar een oplossing die nog niet bedacht was. Tevergeefs natuurlijk. We hadden het kunnen weten, maar onze Branch is in ieder geval op de hoogte gebracht van zo niet alles dan toch wel heel veel van wat er over Drood en zijn mysterie na 1870 is geschreven. Het hele diner lang werd er door de aanwezigen op het scherpst van de snede gediscussieerd en steeds maar weer nieuwe oplossingen aangedragen. De meest gewaagde kwam tijdens het dessert van een nog maar net geëxamineerd nieuw lid. Volgens hem moest het boek gezien worden als één van de eerste romans waar sprake is van herenliefde. U begrijpt dat dit het moment was waarop de voorzitter zijn gezag liet gelden. Nieuwe leden horen hun plaats te kennen. Ik verzoek de voorzitter dan ook op de volgende bijeenkomst voor de nieuwe leden een apart bijzettafeltje in de hoek te laten plaatsen. De bijdrage die hier onder te vinden is berust op de inventiviteit van Felix Aylmer die in 1964 dacht het allerlaatste woord over Drood en zijn geheim te kunnen spreken waarna de zaak als afgesloten kon worden beschouwd. Helaas voor hem, hoe ik ook met luide stem en krachtige armbewegingen zijn standpunt tijdens de herfstbijeenkomst naar voren heb gebracht, ik slaagde er zelfs niet in ook maar een enigszins aanvaardbare minderheid van de aanwezigen van zijn gelijk te overtuigen. Om U die niet aanwezig was toch op de hoogte te stellen van Aylmer gedachten volgt hier dan in sterk verkorte versie zijn oplossing. Om meteen met het schokkendste te beginnen. Jasper is onschuldig! Om deze stelling een stevig fundament te geven beroept de schrijver zich op een zinsnede uit hoofdstuk 2: A Dean and a Chapter Once for all, a look of intentness and intensity - a look of hungry, exacting, watchful, and yet devoted affection - is always, now and ever afterwards, on Jasper face whenever the Jaspers face is adressed in this direction. And whenever it is so addressed; it is never, on this occasion or on any other, dividedly addressed; it is always concentrated." Deze regel impliceert dat mocht Jasper als de moordenaar van zijn neef worden beschouwd men het dus accepteert dat Dickens de moordenaar zelfs nog tijdens het plegen van de moord met een blik van 'devoted affection' naar zijn slagoffer laat kijken. Maar leggen we niet teveel nadruk op deze ene zin? De meester kan toch ook wel eens een minder sterke zin geschreven hebben. Met verachtelijk handgebaar zie ik Felix voor me het dit argument onderuithalen. Kijk maar naar het oorspronkelijke manuscript. Daar zien we hoe Dickens juist met deze zin heeft geworsteld. Er staan diverse doorhalingen in en de latere toevoegingen maken de indruk die opgeroepen moet worden alleen maar sterker. Zo zijn 'once for all''now and ever afterwards' later toegevoegd. Dickens had dus weldegelijk de bedoeling om Jasper op deze manier uit te beelden. Daarna gaat Aylmer verder. Is het logisch om Dickens die in eerdere boeken als Barneby Rudge, a Tale of two Cities en Great Expectations pas op het eind met zijn onthulling van stuwende figuur op de achtergrond komt dit bij Edwin Drood al meteen zou hebben gedaan? Ik zou er aan toe willen voegen raken we hier niet aan de essentie van de detectiveroman, pas in het laatste hoofdstuk wordt ons duidelijk dat en waarom de butler het heeft gedaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 32