BESTE DICKENSIANS,
Er zijn boeken die men niet meer leest. Sterker nog, daar bestaat ook een boek over, namelijk
het in 1930 verschenen "Boeken die men niet meer leest" van Jan Walch, dat ook niet meer
gelezen wordt. Omdat ik zijn boek dus niet kende, heb ik onlangs toch een boek gelezen dat
in zijn overzicht voorkomt, te weten:
"Reisontmoetingen van Joachim Polsbroekerwoud en zijne vrienden"
zoals bekend een Nederlandse navolging van de Pickwick Papers, geschreven door "Vlerk"
(Bernardus Gewin, 1812-1873) en geillustreerd door "Hork" (J.W. Kaiser).
Deze "Reisontmoetingen etc." verschenen in afleveringen in de periode 1839-1841, en
beschrijven de belevenissen van vier vrienden op een reis door Europa. Het gezelschap
bestaat uit de rentenierende Joachim Polsbroekerwoud, Eduard van Torteltak, die "het effect
van zijn persoon op de vreemde meisjes wilde observeren", August Holstaff, een romanticus,
("een heerlijk gebouw ging hij met verachting voorbij; maar eene ruine! .o, eene ruine!"),
de impulsieve Jan Veervlug ("slechts en gros kon hij genieten; en detail had hij er niets aan",
"hij kon naar niemand luisteren, ook niet naar zichzelven"), en de pessimistische Dionysius
de Morder (hij scheen "zichzelven toe een rampzalige speelbal van een balsturig noodlot te
■71
zijn j.
Een naslagwerk vermeldt hierover:
"Plet schetst op gemoedelijk-humoristische wijze de belevenissen van een drietal (sic!)
vrienden op een reis door Europa. De moeizame wijze van totstandkoming en ontevredenheid
met het uiteindelijk behaalde resultaat deden de auteur besluiten zich voortaan te bepalen tot
het predikambt."
Bernard Gewin was een vriend van Beets (Hildebrand), Kneppelhout (Klikspaan) en
Hasebroek (Jonathan), en tijdens zijn studie heel actief in het Leids letterkundig leven, maar
zijn bijdrage aan de literatuur bleef dus beperkt tot dit éne boek, waarvan tijdens zijn leven
ook geen tweede druk is verschenen. De tweede druk in boekvorm verscheen in 1902, op
initiatief van dominee W.F.C. van Laak, een zwager van een broer van Gewin.
Wat doe je als Dickensian als je een exemplaar daarvan in een winkel te koop ziet?
Inderdaad.
Ik begon het te lezen en bleef het lezen, ook nadat ik zelf ook al het gevoel had gekregen
bezig te zijn met een "boek dat men niet meer leest". Waarom bleef ik lezen? Een reden was
de mijzelf opgelegde regel "kopen is lezen" (ieder gekocht boek moet ook gelezen worden, al
zegt de regel niet wanneer; gezien de voorraad nog te lezen boeken, zal ik een hoge leeftijd
moeten bereiken). Maar minstens even zwaar woog mijn plichtsbesef als Dickensian.
Terwijl ik mij van deze plicht gekweet, las ik af en toe als beloning in de Pickwick Papers.
Zo werd mij eens te meer duidelijk wat het verschil is tussen een groot schrijver en een
minder getalenteerde amateur.
Waarom dit hele verhaal? Wel, beste Dickensians, ik dacht dat hieruit enkele voor ons nuttige
conclusies getrokken kunnen worden:
Ten eerste, schrij f liever niet zelf een soort Pickwick Papers.
Ten tweede, neem liever niet het initiatief tot een tweede druk van het werk van een
familielid.
Tenslotte, wij hebben een goede literaire smaak. Het voordeel daarvan is dat wij ons wijden
aan een schrijver, wiens boeken nog steeds wel gelezen worden, en ook verfilmd en zelfs
ver-musical-iseerd. Daardoor zijn we dit jaar in de gelukkige omstandigheid om het 100-jarig
bestaan van de Dickens Fellowship te kunnen vieren, tijdens de Annual Conference in
Londen. Komt allen!
Met Dickensiaanse jubileumgroet,
Paul Ferdinandusse