Ook dat was tegen het zere been van menig Dickensian. Het conflict kreeg, zoals de redacteur het uitdrukte, "een briljant slot". Els Mayer had haar artikel opgestuurd naar Prof. Edgar Johnson, hoogleraar aan de City University of New York en schrijver van de op dat moment beste Dickens-biografie, en om zijn mening gevraagd. De hooggeleerde man scheef een brief temg, waarin hij aangaf haar gezichtspunt in zekere gelijkluidende zin behandeld te hebben in het hoofdstuk over "Great Expectations"m zijn boek "His Tragedy and Triumph". Over Jaggers dacht hij duidelijk anders: "He is a great criminal laywer, playing the game according to its ususal conventions of legal strategy". Aan de andere kant ontkent hij niet dat Jaggers en Wemminck zich duidelijk bewust zijn van hun handelen en zeker in moreel opzicht schuldig zijn. In die context is de symboliek van het dwangmatig handenwassen van Jaggers en het Wemminck's optrekken van de ophaalbrug voor zijn huis veelzeggend. 'They try to escape from it by a schizophrenic division of their characters into a "professional" and a "private" self'. Overigens had volgens de professor Dickens wel degelijk na- en doorgedacht, en opnieuw verwees hij naar zijn boek. De redactie van The Dutch Dickensian

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 7