Elfstedentocht in Dickens-dracht te rij'den. Hiervoor heeft zich Nel Wiener aangemeld, vergezeld van de heren Bavius, Jo Beek en Eras, welke laatste als Winkle denkt te gaan, met de schaatsen achterwaarts gebonden. Als prijs voor de beste klederdracht heeft de dochter van notaris Keuning, een bekende Friese schone, zich welwillend beschikbaar gesteld. o Hongkong. Hier was het gedenkjaar aanleiding om de geleidelijke verdringing van Dora Spenlow door Agnes Wïckfleld in een schimmenspel op te voeren. Ernstige taalmoeilijkheden waren er de oorzaak van, dat alleen het hondje "Jip" bevredigend doorkwam, doch omtrent de andere figuren hadden de toeschouwers niet de flauwste voorstelling. Zo meende men in Mr. Dick, die met zijn geld in zijn broekzak rammelt, een Chinese wisselaar te herkennen; hij werd dientengevolge uitgefloten en na afloop van de voorstelling tegen de grond geslagen. Ook gelooft men in Hongkong nog steeds, dat Pickwick de heer Jingle in Bath is tegengekomen, terwijl dit in Londen heeft plaatsgevonden. De heer Staples is naar Hongkong onderweg, om daar althans de eerste beginselen te doceren. Van een Branch kan in deze omstandigheden geen sprake zijn; wel van een eenvoudige leeskring voor minder gevorderden, naar het voorbeeld van Den Haag. o India. Te Bombay is slechts één figuur uit Dickens' werken tot een zekere populariteit gekomen, namelijk de opium schuivende Mr. Jasper uit "The Mystery of Edwin Drood". Men gelooft daar ook niet, dat hij zijn neef vermoord heeft; en zo dit al het geval mocht zijn, dat hierin niets laakbaars steekt, daar elke dode Engelsman er een minder is. De in Bombay woonachtige Droodisten hebben op die grond zestig speldjes van de Dickens Fellowship aangevraagd, doch Miss Minards aarzelt met de verzending. De verslagen van de bijeenkomsten werden de beginjaren van The Dutch Dickensian door Louise Overbeek, blijkbaar aangesproken door de oproep van Bomans, op schrift gesteld en in The Dutch Dickensian afgedrukt. Louise Overbeek was een kleine, grijze dame van wie later het verhaal ging dat zij kinderboeken schreef. Sommige leden waren er van overtuigd dat zij alle boeken van Dickens uit haar hoofd kende. Haar man was Gillis, een grote, blozende man, die naar verluidde wel zeven talen vloeiend sprak maar als regel op de bijeenkomsten zweeg. Tijdens de bijeenkomst van de Branch op 23 februari 1963 in "Zomerzorg" te Bloem endaal memoreerde Louise Overbeek een bijzondere gebeurtenis: "Onze Life President werd 50 jaar. Hij was het die de Branch oprichtte. Daarom, wat wij ook doen, gezellig luisteren of gezellig lezen, laten wij nooit vergeten wat Esther Summerson zei: "dears, never forget who did all this.(Bleak House Ch. XXIII). De Heer Willem Brandt vervaardigde een gedicht dat door de Heer Kamerlingh Onnes toepasselijk geïllustreerd werd met portretten van Charles en Godfried. Hoewel de overlevering wil dat je op je 5ff'e jaar Abraham je ziet, is het slechts weinigen gegeven deze aartsvader werkelijk in levende lijve te aanschouwen. Tot deze weinigen behoort de Heer Bomans, want open spleten de tussendeuren en binnen schreed Abraham, de zoon van Terah, gehuld in witte draperieën (maar met de ogen van mevrouw Tonino). Hij torste een banketbakkerspronkstuk anno 1963. De Heer Bomans sprak woorden van dank". Het genoemde gedicht ter ere van Bomans 50ste verjaardag luidde aldus: C harles Dickens' geest treedt aan. H oe zie 'k de Meester stralen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 10