In dat zelfde nummer berichtte Bomans over de in Blackpool gehouden Annual Conference: Dancing nor marching. "Le congrès danse mais ne marche pas Van Nederlandse zijde aren op het jaarlijkse congres van de Dickens Fellowship te Blackpool aanwezig de echtparen Sachs, Bomans, Beek, nog eens Beek en tenslotte zelfs Overbeek, tesamen dus 10 personen. Bij de z.g. "roll-call" op de bu sines smeeting mocht dit groepje, zoals trouwens elk jaar, een kleine ovatie in ontvangst nemen. Wie over deze populariteit nadenkt, vindt hiertoe verschillende redenen. Vooreerst: het zijn natuurlijk aardige mensen, stuk voor stuk. En dan: ze komen van zeer ver, hetgeen al terstond de gemoederen vertedert. De voornaamste oorzaak echter wortelt in een zekere verwachting. Het hele congres is namelijk een uiterst formele gebeurtenis en met name de businessmeeting is een uit louter hamerstukken opgebouwd gegeven. Geen Engelsman haalt het in zijn hersens om in deze gang van zaken, die in 1902 begonnen en sindsdien sacrosanct geworden is, enige wijziging te brengen, maar wèl hoopt hij van harte dat de enige echte buitenlanders, die erbij zitten, als "enfants terribles" zullen optreden. Wij hebben hen in dit opzicht nooit teleurgesteld. Wij zijn de "rare jongens" dit congres, het gist in de pudding,het zout in de pap. Als een Nederlander opstaat om iets te zeggen zie je op alle gezichten een zacht verkneuterende glimlach opbloeien. Veel is er niet toe nodig om die glimlach tot een bevrijdende schaterlach te doen uitbarsten. Want in het dal der verveling is elke molshoop een berg van spiritualiteit. Ik geloof dat er uit dit congres oneindig meer zou voortkomen, als al die Engelsen zich zouden kunnen losmaken uit het keurslijf van conventie, dat elk agendapunt tot een te voorspellen gebeurtenis maakt. Waarom doen ze het nietPGeest hebben ze genoeg, maar niemand dan alleen de jongens aan de overkant van de Noordzee binden de kat de bel aan. En in hoe bescheiden mate doen we dit dan nog! Wc zijn tenslotte gasten. We kunnen een enkele variant aanbrengen, het thema zelf mogen we niet wijzigen. Het eigenaardige daarbij is, dat dit alles gebeurt ter ere van Dickens, die constant alle perken te buiten ging! Zonderlinge mensenZe menen een man te huldigen door zich drie dagen lang te gedragen op een wijze, die hij geen minuut had uitgehouden. Laten we in 1967het congres in Amsterdam zó houden, dat Dickens zelf het van de eerste tot laatste seconde had willen bijhouden. Als we ze laten zien hoe zulke dingen gedaan kunnen worden: half in ernst, halfin zelfspot en het geheel met zwier, dan is de ban gebroken. C'est le premier pas qui coüte. Nummer 8 van juli 1964 bevatte ook een verslag van de bijeenkomst van de Branch op 29 februari 1964 in "Zomerzorg". Het was een gedenkwaardige bijeenkomst. Over de geboorte van de Dordtse leeskring meldde mevrouw Dora van der Meiden het volgende: "Op dinsdag 18 febmari werd de leeskring Dordrecht geboren ten huize van de familie van der Meiden aldaar. Dit betekent in feite zeven nieuwe leden de Haarlem Branch. Bijzonder inspirerend voor deze leeskring was het bezoek dat aan de wieg stond: de Life President en de heren Andriessen en M. Beek. De eerste vertelde over het ontstaan van de Fellowship, de tweede over de Haarlem Branch in het bijzonder en de laatste over de techniek van de leeskring. Dordrecht volgde de traditie van de Haarlem Branch en begint dus met Pickwick". Vervolgens was er de prijsuitreiking van de Edwin Drood contest, en daarna was er een spektakel rond de verkiezing van de nieuwe President. "Ter ophitsing las de Life President een stukje Eatanswill voor (P.P. ch. XIII)". De keuze viel na een bewogen stemming op de heer Jo Beek. Op de volgende bijeenkomst op 18 april 1964 stelde de Life President en de secretaris tijdens de dis - "rijst met doperwten"- de vraag: "Waarom de leeskringen niet herscheppen in zelfstandige branches?"Op die vraag werd afkeurend

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 12