Ook tijdens de bijeenkomst op 13 februari 1965 zat Bomans op zijn vertrouwde plek. De notuliste Louise Overbeek legde het vast: "De Life President zat met een mooi grijs vest aan in de chair". Er werd gekeken naar een de film die de gebroeders Beek hadden gemaakt: "Prachtige natuuropnamen. Komische noten (een soort Jip die de stenen stoeptreden optrippelde). En wij zagen de Life President in zijn hoedanigheid van "a country gentleman of the true school (Bamaby R., Ch. XLVII) met een geruit sporthemd aan. Op de bijeenkomst van 24 april 1965 in "Zomerzorg" gebeurde er van alles. "De Life President las een van zijn fijnzinnige stukjes voor. Dit ging over het wel en wee van de nazaat van een groot man". Vervolgens was er een wandeling over 't Kopje van Bloemendaal, daarna werd in sociëteit Teisterbant op de Haarlemse Grote Markt gegeten: "De gerechten hadden opwindende namen. Een dame, van wie we het nooit gedacht hadden, verslond een Mooie Nel en deed daama, net als Mr. Squeers in Nichl. Nickl., ch. XLV, een "war- dance". De heer en mevrouw Beek speelden piano. Agnes toonde zich een meesteres in het biljarten, terwijl onze Life President van alle markten thuis bleek te zijn. Tijdens de zomerbijeenkomst op 10 juli 1965 haalden de bezoekers van de Annual Conference in Eastbourne herinneringen op. En Bomans was weer aan het woord: "De causerie, die de Life President hield over de gespannen verhouding tussen Dickens en Thackeray, was, zoals we dat gewend zijn, sprankelend. Wij hoorden een uiteenzetting over mannenvriendschap en over de plaats die de vrouw in die dagen innam. Onwillekeurig gingen onze gedachten naar die daverende mossel-middag van lang geleden. En dan denk je, wat bestaan we allang, wat hebben we veel plezier gehad en wat hebben we een heleboel mooie lezingen mogen horen gedurende die tijd." Tijdens deze bijeenkomst werd nagedacht over de Annual Conference die in 1967 in Amsterdam zou worden gehouden. Inmiddels werd het bestuur van de Haarlem Branch volledig door Amsterdammers ingevuld. In het Parool verscheen een artikel met een foto van de nieuwe bestuursleden. Reden voor het sinds een jaar aangetreden redactielid Cor Wiegel in TDD nr. 13 van december 1965 een oproep te plaatsen aan de weinig overgebleven echte Haarlemmers om zich als één man achter de Life President te plaatsen. In zijn bijdrage "QUA VADIS HAARLEM-BRANCH?" onder meer het volgende. Nadat hij gemijmerd heeft over de eerste jaren van de Haarlem Branch, voert hij een oude koddebeier op die vanaf de kruin van de Blinkert getuige was van de oprichting van van de Haarlem-branch van de Dickens Fellowship. "Dat was een mooi moment. Mannen als Nico Andriessen en Godfried Bomans waren met heel hun ziel Haarlemmer. Hun leven bewoog zich tussen Bavo en Blinkert." De koddebeier heeft de Dickens familie uit het Overveense Kraantje Lek zien vertrekken naar het Bloemendaalse Zomerzorg. "Toen kwam de klad er in. Ik heb ze daar zien zitten aan lange tafels, versierd met bloemen, gedekt met tafelzilver en fonkelende glazenMaar waar bleven de ouderwetse spekpannekoeken?" De schrijver stelt vast dat met de terugkeer op 30 oktober 1965 van de Haarlem Branch naar Kraantje Lek ook de laatste Haarlemmers het bestuur van de Haarlem Branch verlaten hebben. "Gelukkig dat de heer Bomans nog (ik zeg uitdrukkelijk NOG) als Life President fungeert. Ik vraag mij af: hoe lang nog? Hoelang zal de heer Bomans nog stand kunnen houden? Wanneer zal hij ten prooi vallen aan de niets ontziende machtshonger van de hoofdstad?" het enige lichtpunt is, naar het oordeel van de schrijver, dat "het onafhankelijke publicireitsorgaan The Dutch Dickensian, zich nog hecht in Haarlemse handen vindt. En volgde een oproep aan de nog weinig Haarlems zich als één man om de Life President te scharen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 17