DE ARRESTATIE WEGENS SCHULDEN. J.A.Ebbinge Wubben. In mijn artikel Was Charles Dickens shabby-genteel'vcx Volume XXI(2001)29(maart) 2001 beschreef ik op de bladzijden 26 en 27 het verschil tussen gevangenschap wegens schulden (insolventie) en bankroet. Als wij hier dieper op ingaan, worden vele details en soms grotere stukken in de boeken en verhalen van Charles Dickens duidelijker. Laten wij ons eerst verdiepen in de vraag: 1. Wie kon bankroet gaan? De partijen, schuldenaren en schuldeisers, hadden geen vrije keuze tussen insolventie en bankroet. Alleen 'traders' (kooplieden) konden bankroet gaan en zo aan gevangenschap wegens schulden ontkomen. Tot 1825 gold voor wie 'trader' was een omschrijving in een wet uit 1547.(1) Met de industriële revolutie ontstonden nieuwe beroepen en werkwijzen. Dit leverde voor de rechtspraak problemen op bij het vaststellen, wie wel of niet een 'trader' was. Vaak leidde dit tot interpretaties, die meer weg hadden van juridische spitsvondigheden dan van aanpassing aan de nieuwe situaties. Duffy geeft vele voorbeelden hiervan. Was aanvankelijk bankroet alleen mogelijk voor de 'industrious trader', nu waren ook sporadische handelstransacties voldoende. Men behoefde slechts eenmaal te hebben gekocht en verkocht met de bedoeling dat vaker te doen. De rechtspraak breidde het begrip 'trader' tot beroepen uit als slager, scheepstimmerman, meester-kleermaker en steenfabrikant (brickmaker). Andere beroepen echter, als herbergier, bleven er nadrukkelijk buiten. Ook al was men een 'trader', dan kon men niet altijd bankroet gaan. De schuld moest nl. minimaal £100 zijn bij één schuldeiser, £150 bij twee schuldeisers of £200 bij drie of meer schuldeisers. Dat waren voor kleine 'traders' als middenstanders, te hoge bedragen. In The Pickwick Papers (ch.42) krijgt mr.Pickwick in de Fleet Prison een kamer toegewezen, waar al gevangenen in huisden, nl. een dominee, een slager en iemand die eerst met paarden (horse chaunter) en later bij paardenwedrennen (a leg) scharrelde. Dat de dominee en de wedren scharrelaar geen 'traders' waren, is duidelijk. De slager zal in verband met de hoogte van zijn schulden, niet in aanmerking zijn gekomen voor bankroet. Nicholas NicklebyMadame Mantalini was dameskleermaakster. Zij had naaisters in dienst en was dus een 'meester-kleermaakster'. Het bedrag aan schulden was ruim £1.527. De naam Mantalini verscheen dan ook in de lijst van banroetiers (ch.21). Toen later in het verhaal mr.Mantalini door een "buxom Female - not the lawful Madame Mantalini - voor £2.14s. (en dat waren dan slechts de schulden in de gewangenis gemaakt) uit de gevangenis was gehaald (ch.64), moet die gevangen schap wegens schulden zijn geweest. Bleak House-. Het beroep van mr.Jellyby, die bankroet ging, wordt ons niet meegedeeld (ch.23). In Tittle Dorrit zit een 'doctor' voor schulden in de Marshalsea Prison (ch.6). In verband met dit beroep schreef een parlementaire commissie in 1840: "A surgeon and apothecary is not a trader in that capacity; if, however, he do not confine his sale of drugs to the patients on whom he attends professionally, but sells them to any chance customers, who apply for them, he is a trader." De dokter in Little Dorrit is echter scheepsarts geweest. Hij kon slechts beroepsmatig verkopen aan bemanning en passagiers. 2. Verhaal op het vermogen van de insolvent.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 2002 | | pagina 19