Oorspronkelijk moest de insolvent lijfelijk voor de rechtbank verschijnen: de 'appearance'. Later
was voldoende als vaststond, dat de involvent op de hoogte van de dagvaarding ('writ') was. Men
bleef echter van 'appearance' spreken.
In de loop der tijden ontstond een uitgebreide casuïstiek van 'writs' om 'appearance' af te
dwingen, naar gelang de aard of de inhoud van de vordering en naar gelang de rechtbank. Bovendien
hadden de Courts of Common Law verschillende aanvangprocedures naar gelang de gedaagde een
gewone burger was, een attorney of een Member of Parliament.
Geleidelijk was de situatie chaotisch geworden. Zinspelend op een toen bekend boek van Tidd
over de rechtspraktijk, schreven de parlementaire commissieleden van 1829, dat de beschrijving van
deze writs daarin 154 dicht bedrukte bladzijden van octavo-formaat besloegen (4).
In David Copperfield haalt Uriah Heep zijn rechtskennis dan ook uit Tidd: "I am approving my
legal knowledge, Master Copperfield", said Uriah. "I am going through Tidd's Practice. Oh, what a
writer Mr.Tidd is, Master Copperfield!".(5)
Werd iemand voor schulden gedagvaard, dan was hij een gewaarschuwd man en kon hij
verdwijnen door zich thuis verborgen te houden, maar nog beter door te verhuizen (verdwijnen,
absconding). Dit verhuizen hielp in Dickens' tijd met eerst de
snelle coaches en later de treinen steeds minder. Met de snellere verbindingen kon iemand
gemakkelijker worden opgespoord. Maar aanvankelijk was verdwijnen eenvoudig.
Om dit verdwijnen te voorkomen kon de schuldeiser een schuldenaar met de dagvaarding
tegelijkertijd laten arresteren, ondanks het feit, dat de schuld in rechte nog bewezen moest worden.
Vond slechts een dagvaarding plaats, dan sprak
men van een 'serviceable' of'non-bailable' proces; in het tweede geval van een 'bailable' proces: men
kon onmiddellijk arrest voorkomen door borg (bail) te stellen. Dit wil echter niet zeggen, dat de
rechtsvorderingen vnl. Ha het 'bailable' proces werden gevoerd. Het Fourth Report Superior Courts of
Common Daw van 1832 vermeldt, dat slechts een klein gedeelte van alle procedures met een 'bailable'
proces begon.
Bij het 'serviceable process' bevatte het 'Mesne Process' gewoonlijk niet veel meer dan de
dagvaarding. Het was dan korter en goedkoper. De schuldeiser moest echter wel overtuigd zijn, dat
de 'appearance' bewijsbaar tot stand zou komen.
Bij het 'bailable Mesne Process' kon de gedaagde op drie wijzen aan de arrestatie ontkomen: door
te betalen, door zekerheid te geven of door onvindbaar te zijn. Indien hij betaalde, moest hij niet
alleen de schuld betalen, maar ook de kosten, die de schuldeiser had gemaakt en de kosten van de
sheriff. In 1832 werd gerapporteerd, dat nog niet in één zesde van de 'bailable' procedures
onmiddellijk werd betaald, zodat meestal de kosten van deze procedures opliepen. Zowel het
serviceable als het 'bailable' proces moesten leiden tot het verschijnen van de gedaagde voor de
rechter, de appearance. Het 'bailable' proces beoogde echter tevens, door het verkrijgen van borgen
of een borgsom dan wel door arrestatie,
zekerheid, dat de schuld kon worden geëxecuteerd. Wilde men aan arrestatie ontkomen dan moest
men zekerheid stellen ten genoegen van de sheriff of diens beambte. Bestond de zekerheid uit een
borgsom, dan moest die som minstens de hele schuld vermeerderd met alle kosten dekken. Bestond
de zekerheid uit
personen, die borg stonden, dan moesten dat tenminste twee personen zijn, die voor de sheriff of
diens beambte aanvaardbaar waren. Deze moesten een schriftelijke verklaring tekenen, dat zij schuld
en kosten zouden betalen, indien de gedaagde